Spreuken 22:10
Drijf den spotter uit, en het gekijf zal weggaan, en het geschil met de schande zal ophouden.
Genesis 21:9-10
En Sara zag den zoon van Hagar, de Egyptische, dien zij Abraham gebaard had, spottende.
Nehemia 4:1-3
Maar het geschiedde, als Sanballat gehoord had, dat wij den muur bouwden, zo ontstak hij, en werd zeer toornig; en hij bespotte de Joden.
Nehemia 13:28
Ook was er een van de kinderen van Jojada, den zoon van Eljasib, den hogepriester, schoonzoon geworden van Sanballat, den Horoniet; daarom jaagde ik hem van mij weg.
Psalmen 101:5
Die zijn naaste in het heimelijke achterklapt; dien zal ik verdelgen; die hoog van ogen is, en trots van hart, die zal ik niet vermogen.
Spreuken 18:6
De lippen des zots komen in twist, en zijn mond roept naar slagen.
Spreuken 21:24
Die een hovaardig pocher is, zijn naam is spotter; hij gaat met hovaardige verbolgenheid te werk.
Spreuken 26:20-21
Als er geen hout is, gaat het vuur uit; en als er geen oorblazer is, wordt het gekijf gestild.
Mattheüs 18:17
En indien hij denzelven geen gehoor geeft; zo zeg het der gemeente; en indien hij ook der gemeente geen gehoor geeft, zo zij hij u als de heiden en de tollenaar.
1 Corinthiërs 5:5-6
Denzulken over te geven aan den satan, tot verderf des vleses, opdat de geest behouden moge worden in den dag van den Heere Jezus.
1 Corinthiërs 5:13
Maar die buiten zijn oordeelt God. En doet gij deze boze uit ulieden weg.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd