Spreuken 23:12
Begeef uw hart tot de tucht, en uw oren tot de redenen der wetenschap.
Spreuken 2:2-6
Om uw oren naar wijsheid te doen opmerken; zo gij uw hart tot verstandigheid neigt;
Spreuken 5:1-2
Mijn zoon! merk op mijn wijsheid, neig uw oor tot mijn verstand;
Spreuken 22:17
Neig uw oor, en hoor de woorden der wijzen, en stel uw hart tot mijn wetenschap;
Spreuken 23:19
Hoor gij, mijn zoon! en word wijs, en richt uw hart op den weg.
Ezechiël 33:31
En zij komen tot u, gelijk het volk pleegt te komen, en zitten voor uw aangezicht als Mijn volk, en horen uw woorden, maar zij doen ze niet; want zij maken liefkozingen met hun mond, maar hun hart wandelt hun gierigheid na.
Mattheüs 13:52
En Hij zeide tot hen: Daarom, een iegelijk Schriftgeleerde, in het Koninkrijk der hemelen onderwezen, is gelijk aan een heer des huizes, die uit zijn schat nieuwe en oude dingen voortbrengt.
Jakobus 1:21-25
Daarom, afgelegd hebbende alle vuiligheid en overvloed van boosheid, ontvangt met zachtmoedigheid het Woord, dat in u geplant wordt, hetwelk uw zielen kan zaligmaken.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd