Spreuken 25:13

Een trouw gezant is dengenen, die hem zenden, als de koude der sneeuw ten dage des oogstes; want hij verkwikt zijns heren ziel.

Spreuken 13:17

Een goddeloze bode zal in het kwaad vallen; maar een trouw gezant is medicijn.

Spreuken 25:25

Een goede tijding uit een ver land is als koud water op een vermoeide ziel.

Spreuken 26:6

Hij snijdt zich de voeten af, en drinkt geweld, die boodschappen zendt door de hand van een zot.

Filippenzen 2:25-30

Maar ik heb nodig geacht tot u te zenden Epafroditus, mijn broeder, en medearbeider en medestrijder, en uw afgezondene, en bedienaar mijner nooddruft;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain