Spreuken 25:4
Doe het schuim van het zilver weg, en er zal een vat voor den smelter uitkomen;
Spreuken 17:3
De smeltkroes is voor het zilver, en de oven voor het goud; maar de HEERE proeft de harten.
Jesaja 1:25-27
En Ik zal Mijn hand tegen u keren, en Ik zal uw schuim op het allerreinste afzuiveren, en Ik zal al uw tin wegnemen.
2 Timotheüs 2:20-21
Doch in een groot huis zijn niet alleen gouden en zilveren vaten, maar ook houten en aarden vaten; en sommige ter ere, maar sommige ter onere.
Ezechiël 22:18
Mensenkind, die van het huis Israels zijn Mij tot schuim geworden; zij zijn allen koper, of tin, of ijzer, of lood, in het midden des ovens; zilverschuim zijn zij geworden.
Maleachi 3:2-3
Maar wie zal den dag Zijner toekomst verdragen, en wie zal bestaan, als Hij verschijnt? Want Hij zal zijn als het vuur van een goudsmid, en als zeep der vollers.
1 Petrus 1:7
Opdat de beproeving uws geloofs, die veel kostelijker is dan van het goud, hetwelk vergaat en door het vuur beproefd wordt, bevonden worde te zijn tot lof, en eer, en heerlijkheid, in de openbaring van Jezus Christus;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd