Spreuken 25:5
Doe den goddelozen weg van het aangezicht des konings, en zijn troon zal door gerechtigheid bevestigd worden.
Spreuken 16:12
Het is der koningen gruwel goddeloosheid te doen; want door gerechtigheid wordt de troon bevestigd.
Spreuken 20:8
Een koning, zittende op den troon des gerichts, verstrooit alle kwaad met zijn ogen.
Spreuken 29:14
Een koning, die de armen in trouw recht doet, diens troon zal in eeuwigheid bevestigd worden.
1 Koningen 2:33
Alzo zal hun bloed wederkeren op het hoofd van Joab, en op het hoofd van zijn zaad in eeuwigheid; maar David, en zijn zaad, en zijn huis, en zijn troon zal vrede hebben van den HEERE tot in eeuwigheid.
1 Koningen 2:46
En de koning gebood Benaja, den zoon van Jojada; die ging uit, en viel op hem aan, dat hij stierf. Alzo is het koninkrijk bevestigd in de hand van Salomo.
Esther 7:10
Alzo hingen zij Haman aan de galg, die hij voor Mordechai had doen bereiden; en de grimmigheid des konings werd gestild.
Esther 8:11-17
Dat de koning den Joden toeliet, die in elke stad waren, zich te vergaderen, en voor hun leven te staan, om te verdelgen, om te doden en om om te brengen alle macht des volks en des landschaps, die hen benauwen zou, de kleine kinderen en de vrouwen, en hun buit te roven;
Psalmen 101:7-8
Wie bedrog pleegt, zal binnen mijn huis niet blijven; die leugenen spreekt, zal voor mijn ogen niet bevestigd worden.
Spreuken 20:28
Weldadigheid en waarheid bewaren den koning; en door weldadigheid ondersteunt hij zijn troon.
Jesaja 9:7
De Heere heeft een woord gezonden in Jakob, en het is gevallen in Israel.
Jesaja 16:5
Want er zal een troon bevestigd worden in goedertierenheid, en op denzelven zal bestendig een zitten in de tent van David, een, die oordeelt en het recht zoekt, en vaardig is ter gerechtigheid.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd