Spreuken 26:20

Als er geen hout is, gaat het vuur uit; en als er geen oorblazer is, wordt het gekijf gestild.

Spreuken 16:28

Een verkeerd man zal krakeel inwerpen; en een oorblazer scheidt den voornaamsten vriend.

Spreuken 22:10

Drijf den spotter uit, en het gekijf zal weggaan, en het geschil met de schande zal ophouden.

Jakobus 3:6

De tong is ook een vuur, een wereld der ongerechtigheid; alzo is de tong onder onze leden gesteld, welke het gehele lichaam besmet, en ontsteekt het rad onzer geboorte, en wordt ontstoken van de hel.

Spreuken 26:22

De woorden des oorblazers zijn als dergenen, die geslagen zijn, en die dalen in het binnenste des buiks.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain