Proverbs
Spreuken 28:3
Een arm man, die de geringen verdrukt, is een wegvagende regen, zodat er geen brood zij.
Mattheüs 18:28-30
Maar dezelve dienstknecht, uitgaande, heeft gevonden een zijner mededienstknechten, die hem honderd penningen schuldig was, en hem aanvattende, greep hem bij de keel, zeggende: Betaal mij, wat gij schuldig zijt.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd