Spreuken 3:16
Langheid der dagen is in haar rechterhand, in haar linkerhand rijkdom en eer.
Spreuken 3:2
Want langheid van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen.
1 Koningen 3:13
Zelfs ook wat gij niet begeerd hebt, heb Ik u gegeven, beide rijkdom en eer; dat uws gelijke niemand onder de koningen al uw dagen zijn zal.
Psalmen 21:4
Het leven heeft hij van U begeerd. Gij hebt het hem gegeven; lengte van dagen, eeuwiglijk en altoos.
Psalmen 71:9
Verwerp mij niet in den tijd des ouderdoms; verlaat mij niet, terwijl mijn kracht vergaat.
Spreuken 4:6-10
Verlaat ze niet, en zij zal u behoeden; heb ze lief, en zij zal u bewaren.
Spreuken 8:18-21
Rijkdom en eer is bij Mij, duurachtig goed en gerechtigheid.
Spreuken 22:4
Het loon der nederigheid, met de vreze des HEEREN, is rijkdom, en eer, en leven.
Markus 10:30
Of hij ontvangt honderdvoud, nu in dezen tijd, huizen, en broeders, en zusters, en moeders, en kinderen, en akkers, met de vervolgingen, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven.
1 Corinthiërs 3:21-23
Niemand dan roeme op mensen; want alles is uwe.
2 Corinthiër 6:10
Als droevig zijnde, doch altijd blijde; als arm, doch velen rijk makende; als niets hebbende, en nochtans alles bezittende.
1 Timotheüs 4:8
Want de lichamelijke oefening is tot weinig nut; maar de godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte des tegenwoordigen en des toekomenden levens.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd