Spreuken 3:30

Twist met een mens niet zonder oorzaak, zo hij u geen kwaad gedaan heeft.

Spreuken 17:14

Het begin des krakeels is gelijk een, die het water opening geeft; daarom verlaat den twist, eer hij zich vermengt.

Spreuken 18:6

De lippen des zots komen in twist, en zijn mond roept naar slagen.

Spreuken 25:8-9

Vaar niet haastelijk voort om te twisten, opdat gij misschien in het laatste daarvan niet wat doet, als uw naaste u zou mogen beschaamd hebben.

Spreuken 29:22

Een toornig man verwekt gekijf; en de grammoedige is veelvoudig in overtreding.

Mattheüs 5:39-41

Maar Ik zeg u, dat gij den boze niet wederstaat; maar, zo wie u op de rechterwang slaat, keert hem ook de andere toe;

Romeinen 12:18-21

Indien het mogelijk is, zoveel in u is, houdt vrede met alle mensen.

1 Corinthiërs 6:6-8

Maar de ene broeder gaat met den anderen broeder te recht, en dat voor ongelovigen.

2 Timotheüs 2:24

En een dienstknecht des Heeren moet niet twisten, maar vriendelijk zijn jegens allen, bekwaam om te leren, en die de kwaden kan verdragen;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain