Spreuken 31:1

De woorden van de koning Lemuel; de last, maarmede zijn moeder hem onderwees.

Spreuken 6:20

Mijn zoon, bewaar het gebod uws vaders, en verlaat de wet uwer moeder niet.

2 Timotheüs 3:15

En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is.

Spreuken 1:8

Mijn zoon! hoor de tucht uws vaders, en verlaat de leer uwer moeder niet;

Spreuken 30:1

De woorden van Agur, den zoon van Jake; een last. De man spreekt tot Ithiel, tot Ithiel en Uchal.

2 Timotheüs 1:5

Als ik mij in gedachtenis breng het ongeveinsd geloof, dat in u is, hetwelk eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Lois, en in uw moeder Eunice; en ik ben verzekerd, dat het ook in u woont.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd