Spreuken 31:11

Beth. Het hart haars heren vertrouwt op haar, zodat hem geen goed zal ontbreken.

2 Koningen 4:9-10

En zij zeide tot haar man: Zie nu, ik heb gemerkt, dat deze man Gods heilig is, die bij ons altoos doortrekt.

2 Koningen 4:22-23

En zij riep om haar man, en zeide: Zend mij toch een van de jongens, en een van de ezelinnen, dat ik tot den man Gods lope, en wederkomen.

1 Petrus 3:1-7

Desgelijks gij vrouwen, zijt uw eigenen mannen onderdanig; opdat ook, zo enigen den Woorde ongehoorzaam zijn, zij door den wandel der vrouwen zonder Woord mogen gewonnen worden;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd