Spreuken 31:12

Gimel. Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen haars levens.

1 Samuël 25:18-22

Toen haastte zich Abigail, en nam tweehonderd broden, en twee lederzakken wijns, en vijf toebereide schapen, en vijf maten geroost koren, en honderd stukken rozijnen, en tweehonderd klompen vijgen, en legde die op ezelen.

1 Samuël 25:26-27

En nu, mijn heer! zo waarachtig als de HEERE leeft, en uw ziel leeft, het is de HEERE, Die u verhinderd heeft van te komen met bloedstorting, dat uw hand u zou verlossen; en nu, dat als Nabal worden uw vijanden, en die tegen mijn heer kwaad zoeken!

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain