Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Open uw mond voor den stomme, voor de rechtzaak van allen, die omkomen zouden.

New American Standard Bible

Open your mouth for the mute, For the rights of all the unfortunate.

Kruisreferenties

Psalmen 82:3-4

Doet recht den arme en den wees; rechtvaardigt den verdrukte en den arme.

1 Samuël 19:4-7

Zo sprak dan Jonathan goed van David tot zijn vader Saul; en hij zeide tot hem: De koning zondige niet tegen zijn knecht David, omdat hij tegen u niet gezondigd heeft, en omdat zijn daden voor u zeer goed zijn.

1 Samuël 20:32

Toen antwoordde Jonathan Saul, zijn vader, en zeide tot hem: Waarom zal hij gedood worden? Wat heeft hij gedaan?

1 Samuël 22:14-15

En Achimelech antwoordde den koning en zeide: Wie is toch onder al uw knechten getrouw als David, en des konings schoonzoon, en voortgaande in uw gehoorzaamheid, en is eerlijk in uw huis?

Esther 4:13-16

Zo zeide Mordechai, dat men Esther wederom zeggen zou: Beeld u niet in, in uw ziel, dat gij zult ontkomen in het huis des konings, meer dan al de andere Joden.

Job 29:9

De oversten hielden de woorden in, en leiden de hand op hun mond.

Job 29:12-17

Want ik bevrijdde den ellendige, die riep, en den wees, die geen helper had.

Psalmen 79:11

Laat het gekerm der gevangenen voor Uw aanschijn komen; behoud overig de kinderen des doods, naar de grootheid Uws arms.

Spreuken 24:7

Alle wijsheid is voor den dwaze te hoog; hij zal in de poort zijn mond niet opendoen.

Spreuken 24:11-12

Red degenen, die ter dood gegrepen zijn; want zij wankelen ter doding, zo gij u onthoudt.

Jeremia 26:16-19

Toen zeiden de vorsten en al het volk tot de priesteren en tot de profeten: Aan dezen man is geen oordeel des doods, want hij heeft tot ons gesproken in den Naam des HEEREN, onzes Gods.

Jeremia 26:24

Maar de hand van Ahikam, den zoon van Safan, was met Jeremia, dat men hem niet overgaf in de hand des volk, om hem te doden.

Jeremia 38:7-10

Als nu Ebed-melech, de Moorman, een der kamerlingen, die toen in des konings huis was, hoorde, dat zij Jeremia in den kuil gedaan hadden (de koning nu zat in de poort van Benjamin);

Johannes 7:51

Oordeelt ook onze wet den mens, tenzij dat zij eerst van hem gehoord heeft, en verstaat, wat hij doet?

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org