Spreuken 4:25

Laat uw ogen rechtuit zien, en uw oogleden zich recht voor u heen houden.

Spreuken 23:5

Zult gij uw ogen laten vliegen op hetgeen niets is? Want het zal zich gewisselijk vleugelen maken gelijk een arend, die naar den hemel vliegt.

Spreuken 23:33

Uw ogen zullen naar vreemde vrouwen zien, en uw hart zal verkeerdheden spreken.

Mattheüs 6:22

De kaars des lichaams is het oog; indien dan uw oog eenvoudig is, zo zal uw gehele lichaam verlicht wezen;

Job 31:1

Ik heb een verbond gemaakt met mijn ogen; hoe zou ik dan acht gegeven hebben op een maagd?

Psalmen 119:37

Wend mijn ogen af, dat zij geen ijdelheid zien; maak mij levend door Uw wegen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain