Spreuken 5:16
Laat uw fonteinen zich buiten verspreiden, en de waterbeken op de straten;
Psalmen 68:26
Looft God in de gemeenten, den Heere, gij, die zijt uit den springader van Israel!
Genesis 24:60
En zij zegenden Rebekka, en zeiden tot haar: O, onze zuster! wordt gij tot duizenden millioenen, en uw zaad bezitte de poort zijner haters!
Deuteronomium 33:28
Israel dan zal zeker alleen wonen, en Jakobs oog zal zijn op een land van koren en most; ja, zijn hemel zal van dauw druipen.
Richteren 12:9
En hij had dertig zonen; en hij zond dertig dochteren naar buiten, en bracht dertig dochteren van buiten in voor zijn zonen; en hij richtte Israel zeven jaren.
Psalmen 127:3
Ziet, de kinderen zijn een erfdeel des HEEREN; des buiks vrucht is een beloning.
Psalmen 128:3
Uw huisvrouw zal wezen als een vruchtbare wijnstok aan de zijden van uw huis; uw kinderen als olijfplanten rondom uw tafel.
Jesaja 48:21
En: Zij hadden geen dorst, toen Hij hen leidde door de woeste plaatsen; Hij deed hun water uit den rotssteen vlieten; als Hij den rotssteen kliefde, zo vloeiden de wateren daarhenen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd