Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
In zijn hart zijn verkeerdheden, hij smeedt te aller tijd kwaad; hij werpt twisten in.
New American Standard Bible
Who with perversity in his heart continually devises evil, Who spreads strife.
Kruisreferenties
Micha 2:1
Wee dien, die ongerechtigheid bedenken, en kwaad werken op hun legers; in het licht van den morgenstond doen zij het, dewijl het in de macht van hunlieder hand is.
Spreuken 6:18-19
Een hart, dat ondeugdzame gedachten smeedt; voeten, die zich haasten, om tot kwaad te lopen;
Psalmen 36:4
Hij bedenkt onrecht op zijn leger; hij stelt zich op een weg, die niet goed is; het kwaad verwerpt hij niet.
Spreuken 2:14
Die blijde zijn in het kwaad doen, zich verheugen in de verkeerdheden des kwaden;
Spreuken 3:29
Smeed geen kwaad tegen uw naaste, aangezien hij met vertrouwen bij u woont.
Spreuken 16:28-30
Een verkeerd man zal krakeel inwerpen; en een oorblazer scheidt den voornaamsten vriend.
Spreuken 21:8
De weg des mensen is gans verkeerd en vreemd; maar het werk des zuiveren is recht.
Spreuken 22:8
Die onrecht zaait, zal moeite maaien; en de roede zijner verbolgenheid zal een einde nemen.
Spreuken 26:17-22
De voorbijgaande, die zich vertoornt in een twist, die hem niet aangaat, is gelijk die een hond bij de oren grijpt.
Jesaja 32:7
En eens gierigaards ganse gereedschap is kwaad; hij beraadslaagt schandelijke verdichtselen, om de ellendigen te bederven met valse redenen, en het recht, als de arme spreekt.
Jesaja 57:20
Doch de goddelozen zijn als een voortgedreven zee, want die kan niet rusten, en haar wateren werpen slijk en modder op.
Ezechiël 11:2
En Hij zeide tot mij: Mensenkind, deze zijn de mannen, die ongerechtigheid bedenken, en die kwaden raad raden in deze stad.
Hosea 8:7
Want zij hebben wind gezaaid, en zullen een wervelwind maaien; het zal geen staande koren hebben, het uitspruitsel zal geen meel maken; of het misschien maakte, vreemden zullen het verslinden.
Romeinen 16:17
En ik bid u, broeders, neemt acht op degenen, die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt; en wijkt af van dezelve.
Galaten 6:7-8
Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien.