Spreuken 6:21

Bind ze steeds aan uw hart, hecht ze aan uw hals.

Spreuken 3:3

Dat de goedertierenheid en de trouw u niet verlaten; bind ze aan uw hals, schrijf zij op de tafel uws harten.

Exodus 13:16

En het zal tot een teken zijn op uw hand, en tot voorhoofdspanselen tussen uw ogen; want de HEERE heeft door een sterke hand ons uit Egypte uitgevoerd.

Deuteronomium 6:8

Ook zult gij ze tot een teken binden op uw hand, en zij zullen u tot voorhoofdspanselen zijn tussen uw ogen.

Spreuken 4:6

Verlaat ze niet, en zij zal u behoeden; heb ze lief, en zij zal u bewaren.

Spreuken 4:21

Laat ze niet wijken van uw ogen, behoud ze in het midden uws harten.

Spreuken 7:3-4

Bind ze aan uw vingeren, schrijf ze op de tafels uws harten.

2 Corinthiër 3:3

Als die openbaar zijt geworden, dat gij een brief van Christus zijt, en door onzen dienst bereid, die geschreven is niet met inkt, maar door den Geest des levenden Gods, niet in stenen tafelen, maar in vlezen tafelen des harten.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain