Spreuken 6:35

Hij zal geen verzoening aannemen; en hij zal niet bewilligen, ofschoon gij het geschenk vergroot.

2 Koningen 5:1

Naaman nu, de krijgsoverste van den koning van Syrie, was een groot man voor het aangezicht zijns heren, en van hoog aanzien; want door hem had de HEERE den Syriers verlossing gegeven; zo was deze man een strijdbaar held, doch melaats.

Spreuken 4:3

Want ik was mijns vaders zoon, teder, en een enige voor het aangezicht mijner moeder.

Spreuken 7:13

En zij greep hem aan, en kuste hem; zij sterkte haar aangezicht, en zeide tot hem:

Spreuken 8:25

Aleer de bergen ingevest waren, voor de heuvelen was Ik geboren.

Jesaja 2:9

Daar bukt zich de gemene man, en de aanzienlijke man vernedert zich; daarom zult Gij het hun niet vergeven.

Maleachi 2:9

Daarom heb Ik ook u verachtelijk en onwaard gemaakt voor het ganse volk, dewijl gij Mijn wegen niet houdt, maar het aangezicht aanneemt in de wet.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain