Spreuken 6:4

Laat uw ogen geen slaap toe, noch uw oogleden sluimering.

Psalmen 132:4

Zo ik mijn ogen slaap geve, mijn oogleden sluimering;

Spreuken 6:10-11

Een weinig slapens, een weinig sluimerens, een weinig handvouwens, al nederliggende;

Prediker 9:10

Alles, wat uw hand vindt om te doen, doe dat met uw macht; want er is geen werk, noch verzinning, noch wetenschap, noch wijsheid in het graf, daar gij heengaat.

Mattheüs 24:17-18

Die op het dak is, kome niet af, om iets uit zijn huis weg te nemen;

Markus 13:35-36

Zo waakt dan (want gij weet niet, wanneer de heer des huizes komen zal, des avonds laat, of ter middernacht, of met het hanengekraai, of in den morgenstond);

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain