Spreuken 7:17
Ik heb mijn leger met mirre, aloe en kaneel welriekende gemaakt;
Psalmen 45:8
Al Uw klederen zijn mirre, en aloe, en kassie; uit de elpenbenen paleizen, van waar zij U verblijden.
Exodus 30:23
Gij nu, neem u de voornaamste specerijen, de zuiverste mirre, vijfhonderd sikkels, en specerijkaneel, half zoveel namelijk tweehonderd en vijftig sikkels, ook specerijkalmus, tweehonderd en vijftig sikkels;
Hooglied 3:6
Wie is zij, die daar opkomt uit de woestijn, als rookpilaren, berookt met mirre en wierook, en met allerlei poeder des kruideniers?
Hooglied 4:13-14
Uw scheuten zijn een paradijs van granaatappelen, met edele vruchten, cyprus met nardus;
Jesaja 57:7-9
Gij stelt uw leger op een hogen en verhevenen berg; ook klimt gij derwaarts op, om slachtoffer te offeren.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd