Spreuken 7:4

Zeg tot de wijsheid: Gij zijt mijn zuster; en heet het verstand uw bloedvriend;

Job 17:14

Tot de groeve roep ik: Gij zijt mijn vader! Tot het gewormte: Mijn moeder, en mijn zuster!

Spreuken 2:2-4

Om uw oren naar wijsheid te doen opmerken; zo gij uw hart tot verstandigheid neigt;

Spreuken 4:6-8

Verlaat ze niet, en zij zal u behoeden; heb ze lief, en zij zal u bewaren.

Hooglied 8:1

Och, dat Gij mij als een Broeder waart, zuigende de borsten mijner moeder! dat ik U op de straat vond, ik zou U kussen, ook zouden zij mij niet verachten.

Mattheüs 12:49-50

En Zijn hand uitstrekkende over Zijn discipelen, zeide Hij: Ziet, Mijn moeder en Mijn broeders.

Lukas 11:27-28

En het geschiedde, als Hij deze dingen sprak, dat een zekere vrouw, de stem verheffende uit de schare, tot Hem zeide: Zalig is de buik, die U gedragen heeft, en de borsten, die Gij hebt gezogen.

Treasury of Scripture Knowledge did not add