Titus 2:15

Spreek dit, en vermaan, en bestraf met allen ernst. Dat niemand u verachte.

2 Timotheüs 4:2

Predik het woord; houd aan tijdelijk, ontijdelijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer.

1 Timotheüs 5:20

Bestraf die zondigen in tegenwoordigheid van allen, opdat ook de anderen vreze mogen hebben.

Titus 1:13

Deze getuigenis is waar. Daarom bestraf hen scherpelijk, opdat zij gezond mogen zijn in het geloof.

Mattheüs 7:29

Want Hij leerde hen, als macht hebbende, en niet als de Schriftgeleerden.

Markus 1:22

En zij versloegen zich over Zijn leer; want Hij leerde hen, als machthebbende, en niet als de Schriftgeleerden.

Markus 1:27

En zij werden allen verbaasd, zodat zij onder elkander vraagden, zeggende: Wat is dit? Wat nieuwe leer is deze, dat Hij met macht ook den onreine geesten gebiedt, en zij Hem gehoorzaam zijn!

Lukas 4:36

En er kwam een verbaasdheid over allen; en zij spraken samen tot elkander, zeggende: Wat woord is dit, dat Hij met macht en kracht den onreinen geesten gebiedt, en zij varen uit?

1 Timotheüs 4:12-13

Niemand verachte uw jonkheid, maar zijt een voorbeeld der gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in den geest, in geloof, in reinheid.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain