Titus 3:4
Maar wanneer de goedertierenheid van God, onzen Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is,
Titus 2:10-11
Niet onttrekkende, maar alle goede trouw bewijzende; opdat zij de leer van God, onzen Zaligmaker, in alles mogen versieren.
Efeziërs 2:4-10
Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft,
Hebreeën 9:26
(Anders had Hij dikwijls moeten lijden van de grondlegging der wereld af) maar nu is Hij eenmaal in de voleinding der eeuwen geopenbaard, om de zonde te niet te doen, door Zijnzelfs offerande.
Romeinen 2:4
Of veracht gij den rijkdom Zijner goedertierenheid, en verdraagzaamheid, en lankmoedigheid, niet wetende, dat de goedertierenheid Gods u tot bekering leidt?
Romeinen 5:20-21
Maar de wet is bovendien ingekomen, opdat de misdaad te meerder worde; en waar de zonde meerder geworden is, daar is de genade veel meer overvloedig geweest;
1 Timotheüs 1:1
Paulus, een apostel van Jezus Christus, naar het bevel van God, onzen Zaligmaker, en den Heere Jezus Christus, Die onze Hope is,
1 Timotheüs 2:3
Want dat is goed en aangenaam voor God, onzen Zaligmaker;
1 Timotheüs 4:10
Want hiertoe arbeiden wij ook, en worden versmaad, omdat wij gehoopt hebben op den levenden God, Die een Behouder is aller mensen, maar allermeest der gelovigen.
2 Timotheüs 1:10
Doch nu geopenbaard is door de verschijning van onzen Zaligmaker Jezus Christus, Die den dood heeft te niet gedaan, en het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht door het Evangelie;
Titus 1:3
Namelijk Zijn Woord, door de prediking, die mij toebetrouwd is, naar het bevel van God, onze Zaligmaker; aan Titus, mijn oprechte zoon, naar het gemeen geloof:
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd