'Koning Over Israël' in de Bijbel
En Samuel zeide: Is het niet alzo, toen gij klein waart in uw ogen, dat gij het hoofd der stammen van Israel geworden zijt, en dat u de HEERE tot koning over Israel gezalfd heeft?
Doch Samuel zeide tot Saul: Ik zal met u niet wederkeren; omdat gij het woord des HEEREN verworpen hebt, zo heeft u de HEERE verworpen, dat gij geen koning over Israel zult zijn.
En Samuel zag Saul niet meer tot den dag zijns doods toe; evenwel droeg Samuel leed om Saul; en het berouwde den HEERE, dat Hij Saul tot koning over Israel gemaakt had.
Alzo kwamen alle oudsten van Israel tot den koning te Hebron; en de koning David maakte een verbond met hen te Hebron, voor het aangezicht des HEEREN; en zij zalfden David tot koning over Israel.
En David merkte, dat de HEERE hem tot een koning over Israel bevestigd had, en dat Hij zijn koninkrijk verheven had, om Zijns volks Israels wil.
Als nu de Filistijnen hoorden, dat zij David ten koning over Israel gezalfd hadden, zo togen alle Filistijnen op om David te zoeken; en David, dat horende, toog af, naar den burg.
En dat Zadok, de priester, met Nathan, den profeet, hem aldaar tot koning over Israel zalven. Daarna zult gij met de bazuin blazen, en zeggen: De koning Salomo leve!
Nadab nu, de zoon van Jerobeam, werd koning over Israel, in het tweede jaar van Asa, den koning van Juda; en hij regeerde twee jaren over Israel.
In het zes en twintigste jaar van Asa, den koning van Juda, werd Ela, de zoon van Baesa, koning over Israel, te Thirza, en regeerde twee jaren.
Het volk nu, dat zich gelegerd had, hoorde zeggen: Zimri heeft een verbintenis gemaakt, ja, heeft ook den koning verslagen; daarom maakte het ganse Israel ten zelfden dage Omri, den krijgsoverste, koning over Israel, in het leger.
In het een en dertigste jaar van Asa, den koning van Juda, werd Omri koning over Israel, en regeerde twaalf jaren; te Thirza regeerde hij zes jaren.
En Achab, de zoon van Omri, werd koning over Israel, in het acht en dertigste jaar van Asa, den koning van Juda; en Achab, de zoon van Omri, regeerde over Israel, te Samaria, twee en twintig jaren.
Daartoe zult gij Jehu, den zoon van Nimsi, zalven ten koning over Israel; en Elisa, den zoon van Safat, van Abel-mehola, zult gij tot profeet zalven in uw plaats.
Ahazia, de zoon van Achab, werd koning over Israel te Samaria, in het zeventiende jaar van Josafat, den koning van Juda, en regeerde twee jaren over Israel.
Joram nu, de zoon van Achab, werd koning over Israel te Samaria, in het achttiende jaar van Josafat, den koning van Juda, en hij regeerde twaalf jaren.
Maar zij zeiden: Het is leugen; geef het ons nu te kennen. En hij zeide: Zo en zo heeft hij tot mij gesproken, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ik heb u gezalfd tot koning over Israel.
In het drie en twintigste jaar van Joas, den zoon van Ahazia, den koning van Juda, werd Joahaz, de zoon van Jehu, koning over Israel, te Samaria, en regeerde zeventien jaren.
In het zeven en dertigste jaar van Joas, den koning van Juda, werd Joas, de zoon van Joahaz, koning over Israel, te Samaria, en regeerde zestien jaren.
In het negen en dertigste jaar van Azaria, den koning van Juda, werd Menahem, den zoon van Gadi, koning over Israel, en regeerde tien jaren te Samaria.
In het vijftigste jaar van Azaria, den koning van Juda, werd Pekahia, de zoon van Menahem, koning over Israel, en regeerde twee jaren te Samaria.
In het twee en vijftigste jaar van Azaria, den koning van Juda, werd Pekah, de zoon van Remalia, koning over Israel, en regeerde twintig jaren te Samaria.
In het twaalfde jaar van Achaz, den koning van Juda, werd Hosea, de zoon van Ela, koning over Israel te Samaria, en regeerde negen jaren.
Ook kwamen alle oudsten in Israel tot den koning van Hebron, en David maakte een verbond met hen te Hebron, voor het aangezicht des HEEREN; en zij zalfden David ten koning over Israel, naar het woord des HEEREN, door den dienst van Samuel.
Toen nu David oud was en zat van dagen, maakte hij zijn zoon Salomo tot koning over Israel.
Nu heeft mij de HEERE, de God Israels, verkoren uit mijns vaders ganse huis, dat ik tot koning over Israel wezen zou in eeuwigheid; want Hij heeft Juda tot een voorganger verkoren, en mijns vaders huis in het huis van Juda; en onder de zonen mijns vaders heeft Hij een welgevallen aan mij gehad, dat Hij mij ten koning maakte over gans Israel.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
Gerelateerde teksten
- Alle Israël (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Als koning (12 voorbeelden in 1 vertaling)
- Geen Koning in Israël. (3 voorbeelden in 1 vertaling)
- God is koning (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- God van Israël (28 voorbeelden in 1 vertaling)
- Grote Koning (5 voorbeelden in 1 vertaling)
- Heerschappij Over (4 voorbeelden in 1 vertaling)
- Heersen Over (13 voorbeelden in 1 vertaling)
- Herders van Israël (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Het volk van Israël (5 voorbeelden in 1 vertaling)
- Israel Gods (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Kinderen van Israël (9 voorbeelden in 1 vertaling)
- Koning der koningen (6 voorbeelden in 1 vertaling)
- Koning Over Israël (26 voorbeelden in 1 vertaling)
- Koning Over Juda (6 voorbeelden in 1 vertaling)
- Koning van Israël (124 voorbeelden in 1 vertaling)
- Koning van Juda (135 voorbeelden in 1 vertaling)
- Land Israël (19 voorbeelden in 1 vertaling)
- Licht van Israël (1 voorbeeld in 1 vertaling)
- Mannen van Israël (42 voorbeelden in 1 vertaling)
- Mijn Heer de koning (20 voorbeelden in 1 vertaling)
- Oudsten van Israël (29 voorbeelden in 1 vertaling)
- Over het land (16 voorbeelden in 1 vertaling)
Verwante onderwerpen
- Anderen Die Israël Uit Egypte Halen
- Artaxerxes De Koning
- Babylon, Israël Verbannen Naar
- Bekering Van Israël
- Christus Is Koning Van Israël
- Constructie Israël
- De Aard Van Koningen
- De Bergen Van Israël
- De Bevelen Van De Koning
- De Koning Jezus Christus
- De wet Gegeven Aan Israël
- Doden Binnen Israël
- Geen Koning
- Gevangenschap Van Israël
- God Beschermer Van Israël
- God Die Israël Verstrooit
- God Haalt Israël Uit Egypte
- Goddelijk Koningschap
- Gods Activiteit In Israël
- Gods Glorie In Israël
- Gods Liefde Voor Israël
- Gods Verbond Met Israëls' priesters
- Goede Koningen
- Goede Koningen Nabootsen
- Herders Als Koningen En Leiders
- Het Eeuwig Koninkrijk, Christus Herstelt Israël
- Hoe Koningen Zich Moeten Gedragen
- Houdingen Tegenover Koningen
- Israël
- Israël Als De Verkozenen
- Israël Als Zonen Van God
- Israël Beoordelen
- Israël In De Wildernis
- Israël In Verdrukking
- Israël Jaloers Maken
- Israël Op De Vlucht
- Israël uit Egypte halen
- Israël Verhardde
- Israël Vervloeken
- Israëlieten Doden
- Israëlische Voorbeelden Van Afvalligheid
- Jezus Als Een Koning Der Koningen
- Kamp Van Israël
- Kerk Onderscheiden Van Israël
- Koningen
- Koningen Dienen
- Koningen Doden
- Koningen En Trots
- Koningen En Wijsheid
- Koningen Maken
- Koningen Van Heel Israël Of Juda
- Koningen Van Het Noordelijk Koninkrijk
- Koningen Van Juda
- Koningen Waarvoor Gewaarschuwd
- Koninginnen
- Koningshuis
- Land Beloofd Aan Israël
- Land Permanent Hersteld Naar Israël
- Legers Tegen Israël
- Lijst van koningen van Israël
- Menselijk Koningschap
- Messiaanse Titels, Koning Van De Joden
- Missie Van Israël
- Moeders Van Koningen
- Naties die Israël aanvallen
- Noordelijk Koninkrijk Israël
- Onbekenden In Israël
- Ondergang van Israël
- Ontbiedende Koningen
- Oprecht Voor Israël Zijn
- Opstand Van Israël
- Overlevenden Van Israël
- Plichten Van Koningen
- Redding voor Israël
- Samenkomen Israël
- Slechte Koningen Nabootsen
- Stammen Van Israël
- Steden in Israël
- Uniek Israël
- Velen In Israël
- Verbannen Koningen
- Verbanning van Israël naar Assyrië
- Vijanden Van Israël En Juda
- Voorbeelden Van Goede Koningen
- Vreemde Koningen
- Vreugde Van Israël
- Wedergeboorte Van Israël
- Wee Israël en Jeruzalem
- Zalving Van Koningen
- Zegeningen Voor Israël
- Zij Die Van Israël Moeten Worden Afgesneden
- Twee Jaar
- Tien Tot Veertien Jaar