0 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Zijn Tent' in de Bijbel

En hij brak op van daar naar het gebergte, tegen het oosten van Beth-El, en hij sloeg zijn tent op, zijnde Beth-El tegen het westen, en Ai tegen het oosten; en hij bouwde aldaar den HEERE een altaar, en riep den naam des HEEREN aan.

VersbegrippenAi, De StadGod AanroepenNomadenHeiligdommenTentenAbraham, De Vriend Van GodAbraham, Roeping En LevensloopGebed Beschreven AlsAltaren Voor De HeerAltaren BouwenOost En West

En hij ging, volgens zijn reizen, van het zuiden tot Beth-El toe, tot aan de plaats, waar zijn tent in het begin geweest was, tussen Beth-El, en tussen Ai;

VersbegrippenNomadenBijzondere Reizen

Toen bouwde hij daar een altaar, en riep den Naam des HEEREN aan. En hij sloeg aldaar zijn tent op; en Izaks knechten groeven daar een put.

VersbegrippenAltarenGod AanroepenNomadenTentenAltaren Gebouwd DoorAltaren BouwenUitgraving

En Laban achterhaalde Jakob; Jakob nu had zijn tent geslagen op dat gebergte; ook sloeg Laban met zijn broederen de zijne op het gebergte van Gilead.

VersbegrippenNomadenKamp Van IsraëlInhalen

En hij kocht een deel des velds, waarop hij zijn tent gespannen had, van de hand der zonen van Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds.

VersbegrippenEigendom, LandZilverTentenVastgoedHoge Benoemingen

Toen verreisde Israel, en hij spande zijn tent op gene zijde van Migdal-Eder.

VersbegrippenNomadenTorens

Dit is het woord, dat de HEERE geboden heeft: Verzamelt daarvan een ieder naar dat hij eten mag, een gomer voor een hoofd, naar het getal van uw zielen; ieder zal nemen voor degenen, die in zijn tent zijn.

VersbegrippenTentenVoedsel VerzamelenVolgens Mensen

De tabernakel, zijn tent en zijn deksel, zijn haakjes en zijn berderen, zijn richelen, zijn pilaren, en zijn voeten;

VersbegrippenHakenBordenPijlers Voor Het TabernakelHet Tabernakel BedekkenStopcontactenPennen En Staven

Die nu te reinigen is, zal zijn klederen wassen, en al zijn haar afscheren, en zich in het water afwassen, zo zal hij rein zijn; daarna zal hij in het leger komen, maar zal buiten zijn tent zeven dagen blijven.

VersbegrippenAfzonderenBaden Voor ReinigingHelenDe Aard Van ZuiverheidScherenSanitaire Voorzieningen, DesinfectieAfzonderingZeven DagenKledij WassenReine KledijZeven Dagen Voor Juridische ZakenBuiten Het Huis

En het geschiedde, toen het volk vertrok uit zijn tenten, om over de Jordaan te gaan, zo droegen de priesters de ark des verbonds voor het aangezicht des volks.

VersbegrippenDingen Die VoorgingenPriesters In Actie

Toen zond Jozua boden henen, die tot de tent liepen; en ziet, het lag verborgen in zijn tent, en het zilver daaronder.

VersbegrippenDingen Onder

Toen nam Jozua, en gans Israel met hem, Achan, den zoon van Zerah, en het zilver, en het sierlijk overkleed, en de gouden tong, en zijn zonen, en zijn dochteren, en zijn ossen, en zijn ezelen, en zijn vee, en zijn tent, en alles wat hij had; en zij voerden ze naar het dal Achor.

Heber nu, de Keniet, had zich afgezonderd van Kain, uit de kinderen van Hobab, Mozes schoonvader; en hij had zijn tenten opgeslagen tot aan den eik in Zaanaim, die bij Kedes is.

VersbegrippenBroersTentenSchoonvadersEikenSchoonbroers

En het volk nam den teerkost in hun hand, en hun bazuinen; en hij liet al die mannen van Israel gaan, een iegelijk naar zijn tent; maar die driehonderd man behield hij. En hij had het heirleger der Midianieten beneden in het dal.

VersbegrippenTrompetTrompetten Voor De StrijdMensen Naar Huis SturenGideon

Toen maakte zich al het volk op, als een enig man, zeggende: Wij zullen niet gaan, een ieder naar zijn tent, noch wijken, een ieder naar zijn huis.

VersbegrippenVerenigde Mensen

Toen streden de Filistijnen, en Israel werd geslagen, en zij vloden een iegelijk in zijn tenten; en er geschiedde een zeer grote nederlaag, zodat er van Israel vielen dertig duizend voetvolks.

VersbegrippenTentenBloedbadDertigduizend En MeerIsraël Op De VluchtDoden Binnen IsraëlNederlaag Van Gods Mensen

Toen verkoos zich Saul drie duizend mannen uit Israel; en er waren bij Saul twee duizend te Michmas en op het gebergte van Beth-El, en duizend waren er bij Jonathan te Gibea-Benjamins; en het overige des volks liet hij gaan, een iegelijk naar zijn tent.

VersbegrippenDienstplichtDuizend MensenTweeduizendDrieduizend En MeerAardse Vijanden

Daarna nam David het hoofd van den Filistijn, en bracht het naar Jeruzalem; maar zijn wapenen legde hij in zijn tent.

VersbegrippenTentenSchedelsMemorabiliaWeed

En zij namen Absalom, en wierpen hem in het woud, in een groten kuil, en stelden op hem een zeer groten steenhoop; en gans Israel vluchtte, een iegelijk naar zijn tent.

VersbegrippenPuttenVergeldingIsraël Op De VluchtSteenhopenGaten In De Grond

Toen stond de koning op, en zette zich in de poort. En zij lieten al het volk weten, zeggende: Ziet, de koning zit in de poort. Toen kwam al het volk voor des konings aangezicht, maar Israel was gevloden, een iegelijk naar zijn tenten.

VersbegrippenZittenConstructie IsraëlAan De Poort ZittenMensen Die NeerzittenIsraël Op De Vlucht

Toen was daar bij geval een Belials man, wiens naam was Seba, een zoon van Bichri, een man van Jemini; die blies met de bazuin, en zeide: Wij hebben geen deel aan David, en wij hebben geen erfenis aan den zoon van Isai, een iegelijk naar zijn tenten, o Israel!

VersbegrippenTentenTrompetVermetelheidTrompetten Voor SignaleringNiet Delen

En de vrouw kwam in tot al het volk, met haar wijsheid; en zij hieuwen Seba, den zoon van Bichri, het hoofd af, en wierpen het tot Joab. Toen blies hij met de bazuin, en zij verstrooiden zich van de stad, een iegelijk naar zijn tenten; en Joab keerde weder naar Jeruzalem tot den koning.

VersbegrippenTrompetOnthoofdingTrompetten Om De Gevechten Te StoppenTroepen Die Naar Huis Gaan

Toen gans Israel zag, dat de koning naar hen niet hoorde, zo gaf het volk den koning weder antwoord, zeggende: Wat deel hebben wij aan David? Ja, geen erve hebben wij aan den zoon van Isai; naar uw tenten, o Israel! Voorzie nu uw huis, o David! Zo ging Israel naar zijn tenten.

VersbegrippenTentenOpstandenNiet Delen

En Juda werd geslagen voor het aangezicht van Israel, en zij vloden, een iegelijk in zijn tenten.

VersbegrippenIsraël Op De VluchtNederlaag Van Gods Mensen

Toen het ganse volk Israel zag, dat de koning naar hen niet hoorde, zo antwoordde het volk den koning, zeggende: Wat deel hebben wij aan David? Ja, geen erve hebben wij aan den zoon van Isai; een ieder naar uw tenten, o Israel! Voorzie nu uw huis, o David! Zo ging het ganse Israel naar zijn tenten.

En Juda werd geslagen voor het aangezicht van Israel; en zij vloden een iegelijk in zijn tenten.

VersbegrippenTwaalf Wezens

Het licht zal verduisteren in zijn tent, en zijn lamp zal over hem uitgeblust worden.

VersbegrippenLampenTentenDoven

Zijn vertrouwen zal uit zijn tent uitgerukt worden; zulks zal hem doen treden tot den koning der verschrikkingen.

VersbegrippenVeiligheidAngst Voor De DoodAngst Van De DoodDood

Zij zal wonen in zijn tent, waar zij de zijne niet is; zijn woning zal met zwavel overstrooid worden.

VersbegrippenZwavelZwavel

Alle duisternis zal verborgen zijn in zijn schuilplaatsen; een vuur, dat niet opgeblazen is, zal hem verteren; den overigen in zijn tent zal het kwalijk gaan.

VersbegrippenMensen VerbrandenDe Duisternis BuitenDuisternis Buiten

Duisternis zette Hij tot Zijn verberging; rondom Hem was Zijn tent, duisterheid der wateren, wolken des hemels.

VersbegrippenGordijnenBedekt

Ook nu zal mijn hoofd verhoogd worden boven mijn vijanden, die rondom mij zijn, en ik zal in Zijn tent offeranden des geklanks offeren; ik zal zingen, ja, psalmzingen den HEERE.

VersbegrippenMuziekOffer In OTDankbaarheidElementen Van AanbiddenGod Verheft De MensHoofden OpheffenIk Zal Lof Zingen

Want al sloegt gijlieden het ganse heir der Chaldeen, die tegen u strijden, en er bleven van hen enige verwonde mannen over, zo zouden zich die, een iegelijk in zijn tent, opmaken, en deze stad met vuur verbranden.

VersbegrippenNederlaagJeruzalem Verbranden

Gerelateerde teksten

Public domain