Meest Populaire Bijbelverzen in 1 Samuël 13

1 Samuël Rang:

69
VersbegrippenVolkstellingZes- Tot ZevenhonderdZeshonderd En Meer

Toen maakte zich Samuel op, en hij ging op van Gilgal naar Gibea-Benjamins; en Saul telde het volk, dat bij hem gevonden werd, omtrent zeshonderd man.

82

En Saul en zijn zoon Jonathan, en het volk, dat bij hen gevonden was, bleven te Gibea-Benjamins; maar de Filistijnen waren te Michmas gelegerd.

90

En een hoop keerde zich naar den weg van Beth-horon; en een hoop keerde zich naar den weg der landpale, die naar het dal Zeboim naar de woestijn uitziet.

96
VersbegrippenPrikkelsMunstelselAssenVorken

Maar zij hadden tandige vijlen tot hun houwelen, en tot hun spaden, en tot de drietandige vorken, en tot de bijlen, en tot het stellen der prikkelen.

130
VersbegrippenDrie GroepenNaties die Israël aanvallen

En de verdervers gingen uit het leger der Filistijnen, in drie hopen; de ene hoop keerde zich op den weg naar Ofra, naar het land Sual;

144
VersbegrippenSoorten Van Kunst En AmbachtenMetaalwerkersSmeden

En er werd geen smid gevonden in het ganse land van Israel; want de Filistijnen hadden gezegd: Opdat de Hebreen geen zwaard noch spies maken.

180
VersbegrippenAssenAanscherpen

Daarom moest gans Israel tot de Filistijnen aftrekken, opdat een iegelijk zijn ploegijzer, of zijn spade, of zijn bijl, of zijn houweel scherpen liet.

203

En der Filistijnen leger toog naar den doortocht van Michmas.

226
VersbegrippenSoldaten

En het geschiedde ten dage des strijds, dat er geen zwaard noch spies gevonden werd in de hand van het ganse volk, dat bij Saul en bij Jonathan was; doch bij Saul en bij Jonathan, zijn zoon, werden zij gevonden.

368
VersbegrippenKoningenDertigSaul

Saul was een jaar in zijn regering geweest, en het tweede jaar regeerde hij over Israel.

386
VersbegrippenDe Menselijke Beschrijvingen Van GodHet Karakter Van DavidGoddelijk HartSpiritualiteitOngehoorzaamheid Tot GodValse BeschuldigingenZe Hielden Zich Niet Aan De GebodenSaul En David

Maar nu zal uw rijk niet bestaan. De HEERE heeft Zich een man gezocht naar Zijn hart, en de HEERE heeft hem geboden een voorganger te zijn over Zijn volk, omdat gij niet gehouden hebt, wat u de HEERE geboden had.

402
VersbegrippenDienstplichtDuizend MensenTweeduizendDrieduizend En MeerAardse Vijanden

Toen verkoos zich Saul drie duizend mannen uit Israel; en er waren bij Saul twee duizend te Michmas en op het gebergte van Beth-El, en duizend waren er bij Jonathan te Gibea-Benjamins; en het overige des volks liet hij gaan, een iegelijk naar zijn tent.

414
VersbegrippenEen Ontelbaar AantalFiguurlijk TaalgebruikVijanden Van Israël En JudaStrijdwagensBijeenkomstVeel StrijdersZandSoldatenLegers Tegen IsraëlCavalerieZesduizendDertigduizend En MeerZand En Grind

En de Filistijnen werden verzameld om te strijden tegen Israel, dertig duizend wagens, en zes duizend ruiters, en volk in menigte als het zand, dat aan den oever der zee is; en zij togen op, en legerden zich te Michmas, tegen het oosten van Beth-Aven.

430
VersbegrippenTrompetGarnizoenenTrompetten Voor Signalering

Doch Jonathan sloeg de bezetting der Filistijnen, die te Geba was, hetwelk de Filistijnen hoorden. Daarom blies Saul met de bazuin in het ganse land, zeggende: Laat het de Hebreen horen.

438
VersbegrippenKenmerken Van DwazenVoorbeelden Van DwaasheidDe Reachtie Van Gelovigen Tegen Het KwaadStabiliteitZe Hielden Zich Niet Aan De GebodenSaul

Toen zeide Samuel tot Saul: Gij hebt zottelijk gedaan; gij hebt het gebod van den HEERE, uw God, niet gehouden, dat Hij u geboden heeft; want de HEERE zou nu uw rijk over Israel bevestigd hebben tot in eeuwigheid.

447
VersbegrippenWekenZeven DagenMensen Die WachtenVerspreide VolgersWachten Op Gods Timing

En hij vertoefde zeven dagen, tot den tijd, dien Samuel bestemd had. Als Samuel te Gilgal niet opkwam, zo verstrooide het volk van hem.

481
VersbegrippenOvertredingGeurtjesMensen Haten

Toen hoorde het ganse Israel zeggen: Saul heeft de bezetting der Filistijnen geslagen, en ook is Israel stinkende geworden bij de Filistijnen. Toen werd het volk samengeroepen achter Saul, naar Gil-gal.

512
VersbegrippenGrottenRotsenMensen In GrottenZich Verbergen Voor MensenGrotten Als Schuilplaats

Toen de mannen van Israel zagen, dat zij in nood waren (want het volk was benauwd), zo verborg zich het volk in de spelonken, en in de doornbossen, en in de steenklippen, en in de vestingen, en in de putten.

539
VersbegrippenWat Doe Jij?Verspreide Volgers

Toen zeide Samuel: Wat hebt gij gedaan? Saul nu zeide: Omdat ik zag, dat zich het volk van mij verstrooide, en gij op den bestemden tijd der dagen niet kwaamt, en de Filistijnen te Michmas vergaderd waren,

557
VersbegrippenHeiligschennisVredesoffers

Toen zeide Saul: Brengt tot mij herwaarts een brandoffer, en dankofferen; en hij offerde brandoffer.

564
VersbegrippenGroetenGesproken Groet

En het geschiedde, toen hij geeindigd had het brandoffer te offeren, ziet, zo kwam Samuel; en Saul ging uit hem tegemoet, om hem te zegenen.

565
VersbegrippenAngst Van De Vijand

De Hebreen nu gingen over de Jordaan in het land van Gad en Gilead. Toen Saul nog zelf te Gilgal was, zo kwam al het volk bevende achter hem.

628
VersbegrippenGezicht Van GodOvergeven Aan VerleidingDrangNiet BiddenDe Gunst Van God Zoeken

Zo zeide ik: Nu zullen de Filistijnen tot mij afkomen te Gilgal, en ik heb het aangezicht des HEEREN niet ernstelijk aangebeden, zo dwong ik mijzelven, en heb brandoffer geofferd.