Meest Populaire Bijbelverzen in Ezra 10

Ezra Rang:

21
VersbegrippenHuwelijk Tussen Gelovigen En OngelovigenDeelname In ZondeBroederschap Met Het KwaadScheiden Van Slechte MensenBeleden ZondeWerkelijke Scheidingen

Nu dan, doet den HEERE, uwer vaderen God, belijdenis en doet Zijn welgevallen, en scheidt u af van de volken des lands, en van de vreemde vrouwen.

25
VersbegrippenInstemmen Voor Het GoedeStemmen

En de ganse gemeente antwoordde en zeide met luider stem: Naar uw woorden, alzo komt het ons toe te doen.

33
VersbegrippenRechtersStadGod Zal Niet Meer Kwaad Zijn

Laat toch onze vorsten der ganse gemeente hierover staan, en allen, die in onze steden zijn, die vreemde vrouwen bij zich hebben doen wonen, op gezette tijden komen, en met hen de oudsten van elke stad en derzelver rechters; totdat wij van ons afwenden de hittigheid des toorns onzes Gods, om dezer zaken wil.

36

En zij voleindden het met alle mannen, die vreemde vrouwen bij zich hadden doen wonen, tot op den eersten dag der eerste maand.

37
VersbegrippenMaand 10

En de kinderen der gevangenis deden alzo; en Ezra, de priester, met de mannen, de hoofden der vaderen, naar het huis hunner vaderen, en zij allen, bij namen genoemd, scheidden zich af, en zij zaten op den eersten dag der tiende maand, om deze zaak te onderzoeken.

52

En er werden gevonden van de zonen der priesteren, die vreemde vrouwen bij zich hadden doen wonen; van de zonen van Jesua, den zoon van Jozadak, en zijn broederen, Maaseja, en Eliezer, en Jarib, en Gedalja.

54
VersbegrippenSoorten KlimaatVermogen Om Te WeerstaanKorte Tijd Voor Actie

Maar des volks is veel, en het is een tijd van plasregen, dat men hier buiten niet staan kan; en het is geen werk van een dag noch van twee; want velen onzer hebben overtreden in deze zaak.

56

En van de kinderen van Immer: Hanani en Zebadja.

58
VersbegrippenZangers

En van de zangers: Eljasib; en van de poortiers: Sallum, en Telem, en Uri.

59

En van de kinderen van Harim: Maaseja, en Elia, en Semaja, en Jehiel, en Uzia,

71

Alleenlijk Jonathan, de zoon van Asahel, en Jehazia, de zoon van Tikva, stonden hierover; en Mesullam, en Sabbethai, de Leviet, hielpen hen.

80
VersbegrippenGarantieSchuldofferBeloftesRammenDierenoffers Tegen OvertredingWerkelijke Scheidingen

En zij gaven hun hand, dat zij hun vrouwen zouden doen uitgaan; en schuldig zijnde, offerden zij een ram van de kudde voor hun schuld.

84
VersbegrippenMenigtesGebarenMenselijke Aspecten Van SchuldHuis Van GodGrootsheidGebed Als Vraag Voor GodSpijtVoorbeelden Van BerouwHeropleving Van BedrijvenVeroordeling Van ZondeReligieus OntwakenTranenGenoemde Personen Die BadenBiechten

Als Ezra alzo bad, en als hij deze belijdenis deed, wenende en zich voor Gods huis nederwerpende, verzamelde zich tot hem uit Israel een zeer grote gemeente van mannen, en vrouwen, en kinderen; want het volk weende met groot geween.

87

En van de kinderen van Pashur: Eljoenai, Maaseja, Ismael, Nethaneel, Jozabad en Elasa.

89
VersbegrippenHoop In GodOptimismeDeelname In ZondeOntrouw Tegenover God

Toen antwoordde Sechanja, de zoon van Jehiel, een van de zonen van Elam, en zeide tot Ezra: Wij hebben overtreden tegen onzen God, en wij hebben vreemde vrouwen van de volken des lands bij ons doen wonen; maar nu, er is hope voor Israel, dezen aangaande.

91
VersbegrippenBeperkingen Omtrent Het HuwelijkEerbied En Gods AardVerbondsrelatiesBevenWerkelijke ScheidingenLatere Verbonden Met God

Laat ons dan nu een verbond maken met onze God, dat wij al die vrouwen, en wat van haar geboren is, zullen doen uitgaan, naar den raad des HEEREN, en dergenen, die beven voor het gebod onzes Gods; en laat er gedaan worden naar de wet.

100

En van de kinderen van Harim: Eliezer, Jissia, Malchia, Semaja, Simeon,

102

En van de kinderen van Zatthu: Eljoenai, Eljasib, Mattanja, en Jeremoth, en Zabad, Aziza.

105
VersbegrippenOnthouding Als Een DisciplineAard Van VastenZorgenWaterVasten In Rouw

En Ezra stond op van voor Gods huis, en ging in de kamer van Johanan, den zoon van Eljasib; als hij daar kwam, at hij geen brood, en dronk geen water, want hij bedreef rouw over de overtreding der weggevoerden.

108

En van de kinderen van Elam: Mattanja, Zacharja, en Jehiel, en Abdi, en Jeremoth, en Elia.

110
VersbegrippenRegenGods Heerschap Over Het WeerMaand 9Bevende TroepenHet Weer Dat Lijden Veroorzaakt

Toen verzamelden zich alle mannen van Juda en Benjamin te Jeruzalem in drie dagen; het was de negende maand op den twintigsten in de maand; en al het volk zat op de straat van Gods huis, sidderende om deze zaak, en vanwege de plasregenen.

114

En van de kinderen van Pahath-Moab: Adna, en Chelal, Benaja, Maaseja, Mattanja, Bezaleel, en Binnui, en Manasse.

115

En van Israel: van de kinderen van Paros: Ramja, en Jezia, en Malchia, en Mijamim, en Eleazar, en Malchia, en Benaja.

116

En van de Levieten: Jozabad, en Simei, en Kelaja (deze is Kelita), Pethahja, Juda en Eliezer.

120

En van de kinderen van Bani: Mesullam, Malluch en Adaja, Jasub en Seal, Jeramoth.

129
VersbegrippenActiesMoedWees Moedig!MoedOpstaanAanmoedigingMoed En KrachtVerantwoordelijkheidOndersteuningMotivatie

Sta op, want deze zaak komt u toe; en wij zullen met u zijn; wees sterk en doe het.

130
VersbegrippenDe Geschiedenis Van JeruzalemConstructie Israël

En zij lieten een stem doorgaan door Juda en Jeruzalem, aan al de kinderen der gevangenis, dat zij zich te Jeruzalem zouden verzamelen.

138

En van de kinderen van Bebai: Johanan, Hananja, Sabbai, en Athlai.

143
VersbegrippenMensen Die Gebonden Zijn Aan Een Eed

Toen stond Ezra op, en deed de oversten der priesteren, de Levieten en gans Israel zweren, te zullen doen naar dit woord; en zij zwoeren.

146
VersbegrippenMisdadigersOuderen Als GemeenschapsleidersDe Legale Aspecten Van BestraffingConfiscatieAnarchieExcommunicatie

En al wie niet kwam in drie dagen, naar den raad der vorsten en der oudsten, al zijn have zou verbannen zijn; en hij zelf zou afgezonderd wezen van de gemeente der weggevoerden.

159
VersbegrippenDe Reachtie Van Gelovigen Tegen Het KwaadSchuld

Toen stond Ezra, de priester, op en zeide tot hen: Gijlieden hebt overtreden, en vreemde vrouwen bij u doen wonen, om Israels schuld te vermeerderen.

226

Van de kinderen van Bani: Maadai, Amram, en Uel,

228
VersbegrippenInterraciaal HuwelijkHuwelijk Tussen Man En Vrouw

Alle dezen hadden vreemde vrouwen genomen; en sommigen van hen hadden vrouwen, waarbij zij kinderen gekregen hadden.

229

Benjamin, Malluch, Semarja.

233

Van de kinderen van Hasum: Mathnai, Mattata, Zabad, Elifelet, Jeremai, Manasse, Simei.

245

Vanja, Meremoth, Eljasib,

247

Van de kinderen van Nebo: Jeiel, Mattithja, Zabad, Zebina, Jaddai, en Joel, Benaja.

248

En Bani, en Binnui, Simei,

251

Benaja, Bedeja, Cheluhu,

261

Mattanja, Mathnai, en Jaasai,

262

Sallum, Amarja, Jozef.

264

En Selemja, en Nathan, en Adaja,

271

Machnadbai, Sasai, Sarai,

276

Azareel, Selemja, Semarja,