47 Bijbelvers over Huwelijk Tussen Man En Vrouw

Meest relevante verzen

1 Corinthiërs 7:4

De vrouw heeft de macht niet over haar eigen lichaam, maar de man; en desgelijks ook de man heeft de macht niet over zijn eigen lichaam, maar de vrouw.

Deuteronomium 22:30

Een man zal zijns vaders vrouw niet nemen, en hij zal zijns vaders slippe niet ontdekken.

Mattheüs 22:25

Nu waren er bij ons zeven broeders; en de eerste, een vrouw getrouwd hebbende, stierf; en dewijl hij geen zaad had, zo liet hij zijn vrouw voor zijn broeder.

Mattheüs 22:24

Zeggende: Meester! Mozes heeft gezegd: Indien iemand sterft, geen kinderen hebbende, zo zal zijn broeder deszelfs vrouw trouwen, en zijn broeder zaad verwekken.

Markus 12:25

Want als zij uit de doden zullen opgestaan zijn, zo trouwen zij niet, noch worden ten huwelijk gegeven; maar zij zijn gelijk engelen, die in de hemelen zijn.

Ezra 10:44

Alle dezen hadden vreemde vrouwen genomen; en sommigen van hen hadden vrouwen, waarbij zij kinderen gekregen hadden.

Deuteronomium 24:2

Zo zij dan, uit zijn huis uitgegaan zijnde, zal henengaan en een anderen man ter vrouwe worden,

Lukas 20:34

En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: De kinderen dezer eeuw trouwen, en worden ten huwelijk uitgegeven;

Deuteronomium 25:7

Maar indien dezen man zijns broeders vrouw niet bevallen zal te nemen, zo zal zijn broeders vrouw opgaan naar de poort tot de oudsten, en zeggen: Mijns mans broeder weigert zijn broeder een naam te verwekken in Israel; hij wil mij den plicht van eens mans broeders niet doen.

Deuteronomium 22:16

En de vader van de jonge dochter zal tot de oudsten zeggen: Ik heb mijn dochter aan dezen man gegeven tot een vrouw; maar hij heeft haar gehaat;

Deuteronomium 20:7

En wie is de man, die een vrouw ondertrouwd heeft, en haar niet tot zich heeft genomen? Die ga henen en kere weder naar zijn huis; opdat hij niet misschien in den strijd sterve, en een ander man haar neme.

Deuteronomium 25:5

Wanneer broeders samenwonen, en een van hen sterft, en geen zoon heeft, zo zal de vrouw des verstorvenen aan geen vreemden man daarbuiten geworden; haar mans broeder zal tot haar ingaan en nemen haar zich ter vrouw, en doen haar den plicht van eens mans broeder.

Deuteronomium 24:1

Wanneer een man een vrouw zal genomen en die getrouwd hebben, zo zal het geschieden, indien zij geen genade zal vinden in zijn ogen, omdat hij iets schandelijks aan haar gevonden heeft, dat hij haar een scheidbrief zal schrijven, en in haar hand geven, en ze laten gaan uit zijn huis.

Genesis 34:12

Vergroot zeer over mij den bruidschat en het geschenk; en ik zal geven, gelijk als gij tot mij zult zeggen; geef mij slechts de jonge dochter tot een vrouw.

Numberi 36:3

Wanneer zij een van de zonen der andere stammen van de kinderen Israels tot vrouwen zouden worden, zo zou haar erfenis van de erfenis onzer vaderen afgetrokken worden, en toegedaan zijn tot de erfenis van dien stam, aan welken zij geworden zouden; alzo zou van het lot onzer erfenis worden afgetrokken.

Deuteronomium 22:29

Zo zal de man, die bij haar gelegen heeft, den vader van de jonge dochter vijftig zilverlingen geven, en zij zal hem ter vrouwe zijn, omdat hij haar vernederd heeft; hij zal ze niet mogen laten gaan al zijn dagen.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain