Meest Populaire Bijbelverzen in Genesis 14

Genesis Rang:

101
VersbegrippenNederlaagGedurende Een Nacht

En hij verdeelde zich tegen hen des nachts, hij en zijn knechten, en sloeg ze; en hij jaagde hen na tot Hoba toe, hetwelk is ter linkerhand van Damaskus.

117
VersbegrippenDingen HerstellenAndere Mensen Nemen

En hij bracht alle have weder, en ook Lot zijn broeder en deszelfs have bracht hij weder, als ook de vrouwen, en het volk.

118
VersbegrippenBloedbadMensen Ontmoeten

En de koning van Sodom toog uit, hem tegemoet (nadat hij wedergekeerd was van het slaan van Kedor-Laomer, en van de koningen, die met hem waren), tot het dal Schave, dat is, het dal des konings.

277
VersbegrippenGezegendHet UniversumGod In De HogeAlles Behoort Tot GodMensen Die Anderen ZegenenGods Eigendom Over Alles

En hij zegende hem, en zeide: Gezegend zij Abram Gode, de Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit!

299
VersbegrippenAbraham, Aard VanSlavernij In OT

En de koning van Sodom zeide tot Abram: Geef mij de zielen; maar neem de have voor u.

358
VersbegrippenMenselijke BeloftesGod In De HogeAlles Behoort Tot God

Doch Abram zeide tot den koning van Sodom: Ik heb mijn hand opgeheven tot den HEERE, den allerhoogste God, Die hemel en aarde bezit;

414
VersbegrippenVaardigheidGeweldStrategieën In OorlogsvoeringAbraham, Beproeving En OverwinningLijfwachtenDrie- Tot VierhonderdDriehonderd En MeerThuis Geboren WordenTegenslag OverwinnenTraining

Als Abram hoorde, dat zijn broeder gevangen was, zo wapende hij zijn onderwezenen, de ingeborenen van zijn huis, driehonderd en achttien, en hij jaagde hen na tot Dan toe.

419
VersbegrippenMaterialisme Als Een Aspect Van ZondeSchoenenTouwen

Zo ik van een draad aan tot een schoenriem toe, ja, zo ik van alles, dat het uwe is, iets neme! opdat gij niet zegt: Ik heb Abram rijk gemaakt!

428
VersbegrippenDe Geschiedenis Van Babylon

En het geschiedde in de dagen van Amrafel, de koning van Sinear, van Arioch, de koning van Ellasar, van Kedor-Laomer, de koning van Elam, en van Tideal, den koning der volken;

431
VersbegrippenBondgenootschappenAbraham, Aard VanTrouwEikenAnderen Die Gevlucht ZijnVertellen Over Gebeurtenissen

Toen kwam er een, die ontkomen was, en boodschapte het aan Abram, den Hebreer, die woonachtig was aan de eikenbossen van Mamre, den Amoriet, broeder van Eskol, en broeder van Aner, welke Abrams bondgenoten waren.

473
VersbegrippenReuzen

Zo kwam Kedor-Laomer in het veertiende jaar, en de koningen, die met hem waren, en sloegen de Refaiten in Asteroth-Karnaim, en de Zuzieten in Ham, en de Emieten in Schave-Kiriathaim;

564
VersbegrippenToegelaten VoedselMateriële Dingen Delen

Het zij buiten mij; alleen wat de jongelingen verteerd hebben, en het deel dezer mannen, die met mij getogen zijn, Aner, Eskol en Mamre, laat die hun deel nemen!

598

Dat zij krijg voerden met Bera, koning van Sodom, en met Birsa, koning van Gomorra, Sinab, koning van Adama, en Semeber, koning van Zeboim, en de koning van Bela, dat is Zoar.

633

Daarna keerden zij wederom, en kwamen tot En-Mispat, dat is Kades, en sloegen al het land der Amalekieten, en ook den Amoriet, die te Hazezon-Thamar woonde.

697
VersbegrippenDode ZeeZoutZee

Deze allen voegden zich samen in het dal Siddim, dat is de Zoutzee.

762
VersbegrippenBitumen En TeerMineralenOntsnappen Naar De BergenMensen Die Van Een Hoogte VallenMensen Die Gevlucht ZijnOverlevenden Van Naties

Het dal nu van Siddim was vol lijmputten; en de koningen van Sodom en Gomorra vluchtten, en vielen aldaar; en de overgeblevenen vluchtten naar het gebergte.

766

En de Horieten op hun gebergte Seir, tot aan het effen veld van Paran, hetwelk aan de woestijn is.

784
VersbegrippenValleien

Toen toog de koning van Sodom uit, en de koning van Gomorra, en de koning van Adama, en de koning van Zeboim, en de koning van Bela, dat is Zoar; en zij stelden tegen hen slagorden in het dal Siddim,

803
VersbegrippenVoorbeelden Van Ontsnappen

Ook namen zij Lot, den zoon van Abrams broeder, en zijn have, en trokken weg; want hij woonde in Sodom.

890
VersbegrippenTien Tot Veertien Jaar

Twaalf jaren hadden zij Kedor-Laomer gediend; maar in het dertiende jaar vielen zij af.

993
VersbegrippenVoedsel Verzamelen

En zij namen al de have van Sodom en Gomorra, en al hun spijze, en trokken weg.

1011
VersbegrippenVier MensenVijf Mensen

Tegen Kedor-Laomer, den koning van Elam, en Tideal, den koning der volken, en Amrafel, den koning van Sinear, en Arioch, den koning van Ellasar; vier koningen tegen vijf.