Meest Populaire Bijbelverzen in Genesis 32

Genesis Rang:

356
VersbegrippenRivieren En StromenGedurende Een NachtTwee VrouwenElfDoorwaadbare Plaats

En hij stond op in dienzelfden nacht, en hij nam zijn twee vrouwen, en zijn twee dienstmaagden, en zijn elf kinderen, en hij toog over het veer van de Jabbok.

376
VersbegrippenTypes Van ChristusVeranderde NamenGod Noemt MensenGod Hernoemt MensenDe Menselijke Natuur OverstijgenWorstelingen

Toen zeide Hij: Uw naam zal voortaan niet Jakob heten, maar Israel; want gij hebt u vorstelijk gedragen met God en met de mensen, en hebt overmocht.

456
VersbegrippenGezicht Van GodGod ErvarenDe Openbaring Van GodVisieOog In Oog Staan Met GodHemelse GezichtenZij Die God ZagenLeven Ondanks Gods TegenwoordigheidDrievuldigheid

En Jakob noemde den naam dier plaats Pniel: Want, zeide hij, ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht, en mijn ziel is gered geweest.

571
VersbegrippenGod OntmoetenEngelen Die Gods Geboden Volgen

Jakob toog ook zijns weegs; en de engelen Gods ontmoetten hem.

643
VersbegrippenUitgestuurde BoodschappersBoodschapper

En Jakob zond boden uit voor zijn aangezicht tot Ezau, zijn broeder, naar het land Seir, de landstreek van Edom.

669
VersbegrippenGebed Aangeboden MetDageraadDageraadMag God Zegenen!Mensen Die Anderen Vrijlaten

En Hij zeide: Laat Mij gaan, want de dageraad is opgegaan. Maar hij zeide: Ik zal U niet laten gaan, tenzij dat Gij mij zegent.

700
VersbegrippenHandicapsKwetsuurAanrakingLichamelijke ZwakteOntwrichtingDijenAanraken Om Te KwetsenWorstelenSpieren

En toen Hij zag, dat Hij hem niet overmocht, roerde Hij het gewricht zijner heup aan, zodat het gewricht van Jakobs heup verwrongen werd, als Hij met hem worstelde.

710
VersbegrippenGod Doet GoedTerugkeren Naar Hun LandGenoemde Personen Die BadenGrootvaders

Voorts zeide Jakob: O, God mijns vaders Abrahams, en God mijns vaders Izaks, o HEERE! Die tot mij gezegd hebt: Keer weder tot uw land, en tot uw maagschap, en Ik zal wel bij u doen!

771
VersbegrippenDienstbaarheid In De MaatschappijVerblijven

En hij gebood hun, zeggende: Zo zult gij zeggen tot mijn heer, tot Ezau: Zo zegt Jakob, uw knecht: Ik heb als vreemdeling gewoond bij Laban, en heb er tot nu toe vertoefd;

787

En hij nam ze, en deed hen over die beek trekken; en hij deed overtrekken hetgeen hij had.

788
VersbegrippenWaarom Doe Je Dit?Wat Is De Naam Van God?Gezegend Door God

En Jakob vraagde, en zeide: Geef toch Uw naam te kennen. En Hij zeide: Waarom is het, dat gij naar Mijn naam vraagt? En Hij zegende hem aldaar.

828
VersbegrippenDageraadDageraad

En de zon rees hem op, als hij door Pniel gegaan was; en hij was hinkende aan zijn heup.

833
VersbegrippenVriendelijkheidNederigheidPersoneelVoorbeelden Van NederigheidTwee GroepenRivier OverstekenWandelen Met Een StafGod Toonde Zijn Liefdevolle Vriendelijkheid

Ik ben geringer dan al deze weldadigheden, en dan al deze trouw, die Gij aan Uw knecht gedaan hebt; want ik ben met mijn staf over deze Jordaan gegaan, en nu ben ik tot twee heiren geworden!

834
VersbegrippenOntelbaarOnmogelijk Voor MensenGod Doet GoedZand En Grind

Gij hebt immers gezegd: Ik zal gewisselijk bij u weldoen, en Ik zal uw zaad stellen als het zand der zee, dat vanwege de menigte niet geteld kan worden!

847
VersbegrippenLichamelijke ZwakteDijenAanraken Om Te KwetsenVerboden VoedselStatuten Tot De Dag Van VandaagSpieren

Daarom eten de kinderen Israels de verrukte zenuw niet, die op het gewricht der heup is, tot op dezen dag, omdat Hij het gewricht van Jakobs heup aangeroerd had, aan de verrukte zenuw.

888

En Jakob zeide, met dat hij hen zag: Dit is een heirleger Gods! en hij noemde den naam derzelver plaats Mahanaim.

934
VersbegrippenDrievuldigheid

En Hij zeide tot hem: Hoe is uw naam? En hij zeide: Jakob.

975
VersbegrippenGraanofferTijdelijk Blijven

En hij vernachtte aldaar dienzelfden nacht; en hij nam van hetgeen, dat hem in zijn hand kwam, een geschenk voor Ezau zijn broeder;

1005
VersbegrippenFysieke RustGanse Families DodenAngst Van IndividuenMensen Die Hun Eigen Soort AanvallenMoederschap

Ruk mij toch uit mijns broeders hand, uit Ezau's hand; want ik vreze hem, dat hij niet misschien kome, en mij sla, de moeder met de zonen!

1034
VersbegrippenGeitenKoeienVee HoudenGroepen Van SlavenMassa's EzelsSchapen BezittenRijke Mensen

En ik heb ossen en ezelen, schapen en knechten en maagden; en ik heb gezonden om mijn heer aan te zeggen, opdat ik genade vinde in uw ogen.

1094

En gij zult ook zeggen: Zie, uw knecht Jakob is achter ons! Want hij zeide: Ik zal zijn aangezicht verzoenen met dit geschenk, dat voor mijn aangezicht gaat, en daarna zal ik zijn aangezicht zien; misschien zal hij mijn aangezicht aannemen.

1128
VersbegrippenStrategieën In OorlogsvoeringTwee GroepenVee HoudenHelft Van GroepenAngst Van IndividuenSchapen Bezitten

Toen vreesde Jakob zeer, en hem was bange; en hij verdeelde het volk, dat met hem was, en de schapen, en de runderen, en de kemels, in twee heiren;

1171
VersbegrippenUitgestuurde BoodschappersVier- Tot VijfhonderdMensen OntmoetenVier- En Vijfhonderd

En de boden kwamen weder tot Jakob, zeggende: Wij zijn gekomen tot uw broeder, tot Ezau; en ook trekt hij u tegemoet, en vierhonderd mannen met hem.

1206
VersbegrippenRammenTwintigNummer TweehonderdSchapen Bezitten

Tweehonderd geiten en twintig bokken, tweehonderd ooien en twintig rammen;

1232

Zo zult gij zeggen: Dat is een geschenk van uw knecht Jakob, gezonden tot mijn heer, tot Ezau, en zie, hij zelf is ook achter ons!

1239
VersbegrippenKamp Van IsraëlTijdelijk Blijven

Alzo ging dat geschenk heen voor zijn aangezicht; doch hijzelf vernachtte dienzelfden nacht in het leger.

1258
VersbegrippenSoorten DierenKuddesTien DierenTwintigDertigDierlijk NageslachtVee HoudenZogende DierenVeertigMassa's Ezels

Dertig zogende kemelinnen met haar veulens, veertig koeien en tien varren, twintig ezelinnen en tien jonge ezels.

1330
VersbegrippenOntsnappen Aan MensenOverlevenden Van IsraëlMensen Die Hun Eigen Soort Aanvallen

Want hij zeide: Indien Ezau op het ene heir komt, en slaat het, zo zal het overgeblevene heir ontkomen.

1343
VersbegrippenVragenWie Is Dit?Waarheen?

En hij gebood de eerste, zeggende: Wanneer Ezau, mijn broeder, u ontmoeten zal, en u vragen, zeggende: Wiens zijt gij? en waarheen gaat gij? en wiens zijn deze voor uw aangezicht?

1368
VersbegrippenLeefregels Van De Mens

En hij gebood ook den tweede, ook den derde, ook allen, die de kudden nagingen, zeggende: Naar ditzelfde woord zult gij spreken tot Ezau, als gij hem vinden zult.

1378
VersbegrippenSamenkomst Van WezensGatenVooraan

En hij gaf die in de hand zijner knechten, elke kudde bijzonder; en hij zeide tot zijn knechten: Gaat gijlieden door, voor mijn aangezicht, en stelt ruimte tussen kudde en tussen kudde.