Meest Populaire Bijbelverzen in Genesis 33

Genesis Rang:

603
VersbegrippenVier- Tot VijfhonderdVier- En VijfhonderdMensen ZienFamilie Geschil

En Jakob hief zijn ogen op en zag; en ziet, Ezau kwam, en vierhonderd mannen met hem. Toen verdeelde hij de kinderen onder Lea, en onder Rachel, en onder de twee dienstmaagden.

721
VersbegrippenEigendom, LandZilverTentenVastgoedHoge Benoemingen

En hij kocht een deel des velds, waarop hij zijn tent gespannen had, van de hand der zonen van Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds.

725
VersbegrippenVoorbeelden Van DurfAltaren Gebouwd DoorKamp Van Israël

En Jakob kwam behouden tot de stad Sichem, welke is in het land Kanaan, als hij kwam van Paddan-Aram; en hij legerde zich in het gezicht der stad.

816
VersbegrippenAltarenAltaren BouwenMensen Die Dingen Benoemen

En hij richte aldaar een altaar op, en noemde het: De God Israels is God!

827
VersbegrippenMensen Die KussenGroetenKussendLiefde Voor ElkaarVerzoening Tussen GelovigenKussenGroetenIndividuen Die LopenKnuffels

Toen liep Ezau hem tegemoet, en nam hem in den arm, en viel hem aan den hals, en kuste hem; en zij weenden.

931
VersbegrippenGebouwd, LetterlijkCabines

Maar Jakob reisde naar Sukkoth, en bouwde een huis voor zich, en maakte hutten voor zijn vee; daarom noemde hij den naam dier plaats Sukkoth.

978
VersbegrippenSlechte OudersHoudingen Tegenover KinderenHeiligheid Van Het LevenKinderen, Een Geschenk Van GodWie Is Dit?Geschenken Van GodAndere Geschenken Van GodMensen Zien

Daarna hief hij zijn ogen op, en zag die vrouwen en die kinderen, en zeide: Wie zijn deze bij u? En hij zeide: De kinderen, die God aan uw knecht genadiglijk verleend heeft.

1114
VersbegrippenHemelse GezichtenGlimlachen

Toen zeide Jakob: Och neen! indien ik nu genade in uw ogen gevonden heb, zo neem mijn geschenk van mijn hand; daarom, omdat ik uw aangezicht gezien heb, als had ik Gods aangezicht gezien, en gij welgevallen aan mij genomen hebt.

1162
VersbegrippenOvervloedGezegend Door God

Neem toch mijn zegen, die u tegemoet gebracht is, dewijl het God mij genadiglijk verleend heeft, en dewijl ik alles heb; en hij hield bij hem aan, zodat hij het nam.

1167
VersbegrippenGoedheid1 DagZwakke DierenRijdenZogende DierenDood Van Alle WezensStriktheid

Maar hij zeide tot hem: Mijn heer weet, dat deze kinderen teder zijn, en dat ik zogende schapen en koeien bij mij heb; indien men dezelve maar een dag afdrijft, zo zal de gehele kudde sterven.

1187
VersbegrippenBuigenZevenGroetenZeven KeerVooraan

En hij ging voorbij hun aangezicht heen, en hij boog zich zeven malen ter aarde, totdat hij bij zijn broeder kwam.

1253
VersbegrippenPartijdigheidMarsopdrachtDe LaatstenVooraan

En hij stelde de dienstmaagden en haar kinderen vooraan; en Lea en haar kinderen meer achterwaarts; maar Rachel en Jozef de achterste.

1256

Toen traden de dienstmaagden toe, zij en haar kinderen, en zij bogen zich neder.

1289
VersbegrippenTraagheidMensen Die Voorgingen

Mijn heer trekke toch voorbij, voor het aangezicht van zijn knecht; en ik zal mij op mijn gemak als leidsman voegen, naar den gang van het werk, hetwelk voor mijn aangezicht is, en naar den gang dezer kinderen, totdat ik bij mijn heer te Seir kome.

1291
VersbegrippenVooraan

En hij zeide: Laat ons reizen en voorttrekken; en ik zal voor u trekken.

1392
VersbegrippenSamengaan

En Ezau zeide: Laat mij toch van dit volk, dat met mij is, u bijstellen. En hij zeide: Waartoe dat? laat mij genade vinden in mijns heren ogen!

1393
VersbegrippenIndividuen Die Naar Huis GaanVriendelijkheid

Alzo keerde Ezau dien dag wederom zijns weegs naar Seir toe.

1402
VersbegrippenBetekenis

En hij zeide: Voor wien is u al dit heir, dat ik ontmoet heb? En hij zeide: Om genade te vinden in de ogen mijns heren!

1429
VersbegrippenNiet Ontvangen

Maar Ezau zeide: Ik heb veel, mijn broeder! het zij het uwe, wat gij hebt!

1510

En Lea trad ook toe, met haar kinderen, en zij bogen zich neder; en daarna trad Jozef toe en Rachel, en zij bogen zich neder.