Meest Populaire Bijbelverzen in Genesis 44

Genesis Rang:

647
VersbegrippenGelijkwaardige Mensen

Toen naderde Juda tot hem, en zeide: Och, mijn heer! laat toch uw knecht een woord spreken voor mijns heren oren, en laat uw toorn tegen uw knecht niet ontsteken; want gij zijt even gelijk Farao!

704
VersbegrippenOnbepaalde Sommen Geld

En hij gebood dengene, die over zijn huis was, zeggende: Vul de zakken dezer mannen met spijze, naar dat zij zullen kunnen dragen, en leg ieders mans geld in den mond van zijn zak;

1192

Is het deze niet, waaruit mijn heer drinkt? en waarbij hij iets zekerlijk waarnemen zal? Gij hebt kwalijk gedaan, wat gij gedaan hebt.

1199
VersbegrippenOntdekt WordenVrijspreken Van De Rechtvaardigen

Toen zeide Juda: Wat zullen wij tot mijn heer zeggen, wat zullen wij spreken, en wat zullen wij ons rechtvaardigen? God heeft de ongerechtigheid uwer knechten gevonden; zie, wij zijn mijns heren slaven, zo wij, als hij, in wiens hand de beker gevonden is.

1209
VersbegrippenDe Noden Van KinderenLeven En Karakter Van JacobVooroordeelEnige OverlevendenDood Van Anonieme IndividuenZij Die Liefhadden

Zo zeiden wij tot mijn heer: Wij hebben een ouden vader, en een jongeling des ouderdoms, den kleinsten, wiens broeder dood is, en hij is alleen van zijn moeder overgebleven, en zijn vader heeft hem lief.

1263
VersbegrippenHet GrafSheolGetroffen Door De DoodGrijs

Indien gij nu deze ook van mijn aangezicht wegneemt, en hem een verderf ontmoette, zo zoudt gij mijn grauwe haren met jammer ten grave doen nederdalen!

1271
VersbegrippenHet Jongste KindOnbepaalde Sommen Geld

En mijn beker, den zilveren beker, zult gij leggen in den mond van den zak des kleinsten, met het geld van zijn koren. En hij deed naar Jozefs woord, hetwelk hij gesproken had.

1299
VersbegrippenBuigen Voor Jozef

En Juda kwam met zijn broederen in het huis van Jozef; want hij was nog zelf aldaar; en zij vielen voor zijn aangezicht neder ter aarde.

1314
VersbegrippenPlaatsvervangingHalfbroers

Nu dan, laat toch uw knecht voor dezen jongeling slaaf van mijn heer blijven, en laat den jongeling met zijn broederen optrekken!

1320
VersbegrippenGetroffen Door De DoodGrijsNergens Te Vinden

Zo zal het geschieden, als hij ziet, dat de jongeling er niet is, dat hij sterven zal; en uw knechten zullen de grauwe haren van uw knecht, onzen vader, met droefenis ten grave doen nederdalen.

1336
VersbegrippenVertellen Over Wat Mensen Gezegd Hebben

En het is geschied, als wij tot uw knecht, mijn vader, opgetrokken zijn, en wij hem de woorden mijns heren verhaald hebben;

1349
VersbegrippenOndankbaarheidMensen Die Niet Ver Weg ZijnHet Kwaad Voorgoed Betaald Zetten

Zij zijn ter stad uitgegaan; zij waren niet verre gekomen, als Jozef tot dengene, die over zijn huis was, zeide: Maak u op, en jaag die mannen achterna; en als gij hen zult achterhaald hebben, zo zult gij tot hen zeggen: Waarom hebt gij kwaad voor goed vergolden?

1410
VersbegrippenNergens Te VindenZij Die Liefhadden

Nu dan, als ik tot uw knecht, mijn vader, kome, en de jongeling is niet bij ons (alzo zijn ziel aan de ziel van deze gebonden is),

1414
VersbegrippenGarantieVeiligheidEeuwig Kwaad

Want uw knecht is voor dezen jongeling borg bij mijn vader, zeggende: Zo ik hem tot u niet wederbreng, zo zal ik tegen mijn vader alle dagen gezondigd hebben!

1420
VersbegrippenTwee Zonen

Toen zeide uw knecht, mijn vader, tot ons: Gijlieden weet, dat mijn huisvrouw er mij twee gebaard heeft.

1421
VersbegrippenOntdekt WordenVrijgesteldVerre Van Dit!

Maar hij zeide: Het zij verre van mij zulks te doen! de man, in wiens hand de beker gevonden is, die zal mijn slaaf zijn; doch trekt gijlieden op in vrede tot uw vader.

1436
VersbegrippenStelenOnbepaalde Sommen Geld

Zie, het geld, dat wij in den mond onzer zakken vonden, hebben wij tot u uit het land Kanaan wedergebracht; hoe zouden wij dan uit het huis uws heren zilver of goud stelen?

1437
VersbegrippenNiet Met Mensen

Want hoe zoude ik optrekken tot mijn vader, indien de jongeling niet met mij was, opdat ik den jammer niet zie, welke mijn vader overkomen zou.

1469
VersbegrippenWat Doe Jij?

En Jozef zeide tot hen: Wat daad is dit, die gij gedaan hebt? Weet gij niet, dat zulk een man als ik dat zekerlijk waarnemen zoude?

1485
VersbegrippenScheuren Van KledingKledingZij Die Kledij Verscheurden

Toen scheurden zij hun klederen; en ieder man laadde zijn ezel op, en zij keerden weder naar de stad.

1492
VersbegrippenDageraadDageraad

Des morgens, als het licht werd, zo liet men deze mannen trekken, hen en hun ezelen.

1496
VersbegrippenMensen Die Verscheurd WordenMensen Niet Zien

En de een is van mij uitgegaan, en ik heb gezegd: Voorwaar, hij is gewisselijk verscheurd geworden! en ik heb hem niet gezien tot nu toe.

1497
VersbegrippenBroersBeginZoeken Voor Concrete DingenDingen Vinden

En hij doorzocht, beginnende met den grootste, en voleindigende met den kleinste; en die beker werd gevonden in den zak van Benjamin.

1500
VersbegrippenVerre Van Dit!

En zij zeiden tot hem: Waarom spreekt mijn heer zulke woorden? Het zij verre van uw knechten, dat zij zodanig ding doen zouden.

1501
VersbegrippenInhalen

En hij achterhaalde hen, en sprak tot hen diezelfde woorden.

1505
VersbegrippenGoedkeuring Om Te Doden

Bij wien van uw knechten hij gevonden zal worden, dat hij sterve; en ook zullen wij mijn heer tot slaven zijn!

1507
VersbegrippenNiet Met Mensen

Toen zeidet gij tot uw knechten: Indien uw kleinste broeder met u niet afkomt, zo zult gij mijn aangezicht niet meer zien.

1517
VersbegrippenMensen Zien

Toen zeidet gij tot uw knechten: Brengt hem af tot mij, dat ik mijn oog op hem sla.

1523
VersbegrippenStellen Van Bepaalde Vragen

Mijn heer vraagde zijn knechten, zeggende: Hebt gijlieden een vader, of broeder?

1525
VersbegrippenSlaven MakenVrijgesteld

En hij zeide: Dit zij nu ook alzo, naar uw woorden! Bij wien hij gevonden wordt, die zij mijn slaaf; maar gijlieden zult onschuldig zijn.

1527
VersbegrippenNiet Met Mensen

Zo hebben wij gezegd: Wij zullen niet mogen aftrekken; indien onze kleinste broeder bij ons is, zo zullen wij aftrekken; want wij zullen het aangezicht van dien man niet mogen zien, zo deze onze kleinste broeder niet bij ons is.

1528
VersbegrippenEten Kopen

En dat onze vader gezegd heeft: Keert weder. koopt ons een weinig spijze;

1531
VersbegrippenDe Daad Van OpenenContainers OpenenHaastige ActieDingen Neerzetten

En zij haastten, en iegelijk zette zijn zak af op de aarde, en iegelijk opende zijn zak.

1532
VersbegrippenMogelijke DoodMensen Die Mensen Verlaten

En wij zeiden tot mijn heer: Die jongeling zal zijn vader niet kunnen verlaten; indien hij zijn vader verlaat, zo zal hij sterven.