Meest Populaire Bijbelverzen in Genesis 43

Genesis Rang:

720
VersbegrippenVoedselAmandelenBalsemsKruiden En SpecerijenMirreHoningAmandelbomen

Toen zeide Israel, hun vader, tot hen: Is het nu alzo, zo doet dit; neemt van het loffelijkste dezes lands in uwe vaten, en brengt dien man een geschenk henen af: een weinig balsem, en een weinig honig, specerijen en mirre, terpentijnnoten en amandelen.

736

De honger nu werd zwaar in dat land;

977
VersbegrippenAfkeerAfkeer, PraktijkenMensen Die Afscheid NemenGeen TransactiesMensen Haten

En zij richtten voor hem aan in het bijzonder, en voor hen in het bijzonder; en voor de Egyptenaren, die met hem aten, in het bijzonder; want de Egyptenaars mogen geen brood eten met de Hebreen, dewijl zulks den Egyptenaren een gruwel is.

1007
VersbegrippenDe Kracht Van GodVerliesMensen Die Genade TonenMensen Die Anderen Vrijlaten

En God, de Almachtige, geve u barmhartigheid voor het aangezicht van dien man, dat hij uw anderen broeder en Benjamin met u late gaan! En mij aangaande, als ik van kinderen beroofd ben, zo ben ik beroofd!

1022
VersbegrippenVoorbeelden Van BankettenTafels

En hij langde hun van de gerechten, die voor hem waren; maar Benjamins gerecht was vijfmaal groter, dan de gerechten van hen allen. En zij dronken, en zij werden dronken met hem.

1188
VersbegrippenMensen Die Bevrijd Worden Door MensenGod Geeft Rijkdom

En hij zeide: Vrede zij ulieden, vreest niet! Uw God en de God uws vaders heeft u een schat in uw zakken gegeven; uw geld is tot mij gekomen. En hij bracht Simeon tot hen uit.

1194
VersbegrippenUurMaaltijdenMiddagRentmeesterschapAvondmaalHuisdieren DodenMensen Zien

Als Jozef Benjamin met hen zag, zo zeide hij tot dengene, die over zijn huis was: Breng deze mannen naar het huis toe, en slacht slachtvee, en maak het gereed; want deze mannen zullen te middag met mij eten.

1213
VersbegrippenDubbel GeldOnbepaalde Sommen Geld

En die mannen namen dat geschenk, en namen dubbel geld in hun hand, en Benjamin; en zij maakten zich op, en togen af naar Egypte, en zij stonden voor Jozefs aangezicht.

1244
VersbegrippenNiet Met Mensen

Toen sprak Juda tot hem, zeggende: Die man heeft ons op het hoogste betuigd, zeggende: Gij zult mijn aangezicht niet zien, tenzij dat uw broeder met u is.

1252
VersbegrippenReinigingGastenWaterVoetenwassingDieren VoedenReine Voeten

Daarna bracht de man deze mannen in het huis van Jozef, en hij gaf water; en zij wiesen hun voeten; hij gaf ook aan hun ezelen voeder.

1278
VersbegrippenKenmerken Van BankettenEerstgeboreneBroersGeboorterecht

En zij aten voor zijn aangezicht, de eerstgeborene naar zijn eerstgeboorte, en de jongere naar zijn jonkheid; dies verwonderden zich de mannen onder elkander.

1312
VersbegrippenHuizenPrivacyEmotionele Aspecten Van LijdenPartijdigheidIngewandenHaastige ActiePrivé Kamers

En Jozef haastte zich; want zijn ingewand ontstak jegens zijn broeder, en hij zocht te wenen; en hij ging in een kamer, en weende aldaar.

1318
VersbegrippenVeiligheidEeuwig Kwaad

Ik zal borg voor hem zijn; van mijn hand zult gij hem eisen; indien ik hem tot u niet breng en hem voor uw aangezicht stel, zo zal ik alle dagen tegen u gezondigd hebben!

1345
VersbegrippenGroetenBuigen Voor Jozef

Als nu Jozef te huis gekomen was, zo brachten zij hem het geschenk, hetwelk in hun hand was, in het huis, en zij bogen zich voor hem ter aarde.

1357
VersbegrippenHoffelijkheidGoddelijke GunstGroetenHet Jongste KindMensen ZienMoeders En Zonen

En hij hief zijn ogen op, en zag Benjamin, zijn broeder, den zoon zijner moeder, en zeide: Is dit uw kleinste broeder, waarvan gij tot mij zeidet? Daarna zeide hij: Mijn zoon! God zij u genadig!

1359
VersbegrippenOnbepaalde Sommen GeldVerlies Van EzelsWaarom Mensen Dingen DedenAngst Van Individuen

Toen vreesden deze mannen, omdat zij in het huis van Jozef gebracht werden, en zeiden: Ter oorzake van het geld, dat in het begin in onze zakken wedergekeerd is, worden wij ingebracht, opdat hij ons overrompele en ons overvalle, en ons tot slaven neme, met onze ezelen.

1388
VersbegrippenEten KopenEinde Van Activiteiten

Zo geschiedde het, als zij den leeftocht, dien zij uit Egypte gebracht hadden, opgegeten hadden, dat hun vader tot hen zeide: Keert wederom, koopt ons een weinig spijze.

1399
VersbegrippenReine Gezichten

Daarna wies hij zijn aangezicht en kwam uit; en hij bedwong zichzelven, en zeide: Zet brood op.

1401
VersbegrippenVerder Leven

En hij vraagde hun naar hun welstand, en zeide: Is het wel met uw vader, den oude, waarvan gij zeidet? Leeft hij nog?

1417
VersbegrippenNiet Met Mensen

Maar indien gij hem niet zendt, wij zullen niet aftrekken; want die man heeft tot ons gezegd: Gij zult mijn aangezicht niet zien, tenzij dat uw broeder met u is.

1427
VersbegrippenSamengaanDoor De Mens In Leven Gehouden Worden

Toen zeide Juda tot Israel, zijn vader: Zend den jongeling met mij, zo zullen wij ons opmaken en reizen, opdat wij leven en niet sterven, noch wij, noch gij, noch onze kinderkens.

1445
VersbegrippenEerlijkheidFoutenDubbel GeldOnbepaalde Sommen Geld

En neemt dubbel geld in uw hand; en brengt het geld, hetwelk in den mond uwer zakken wedergekeerd is, weder in uw hand; misschien is het een feil.

1456
VersbegrippenStellen Van Bepaalde VragenMensen BeantwoordenDe Toekomst Niet KennenVerder Leven

En zij zeiden: Die man vraagde zeer nauw naar ons, en naar onze maagschap, zeggende: Leeft uw vader nog; hebt gij nog een broeder? Zo gaven wij het hem te kennen, volgens diezelfde woorden; hebben wij juist geweten, dat hij zeggen zou: Brengt uw broeder af?

1481
VersbegrippenBuigen Voor JozefVerder Leven

En zij zeiden: Het is wel met uw knecht, onzen vader, hij leeft nog; en zij neigden het hoofd en bogen zich neder.

1487
VersbegrippenMensen Die Kwaad Berokkenen

En Israel zeide: Waarom hebt gij zo kwalijk aan mij gedaan, dat gij dien man te kennen gaaft, of gij nog een broeder hadt?

1491

Daarom naderden zij tot dien man, die over het huis van Jozef was, en zij spraken tot hem aan de deur van het huis.

1493
VersbegrippenHerbergenDe Daad Van OpenenContainers OpenenTijdelijk Blijven

Het is nu geschied, als wij in de herberg gekomen waren, en wij onze zakken opendeden, zie, zo was ieders mans geld in den mond van zijn zak, ons geld in zijn gewicht; en wij hebben hetzelve wedergebracht in onze hand.

1498
VersbegrippenEten KopenOnbepaalde Sommen Geld

Wij hebben ook ander geld in onze hand afgebracht, om spijze te kopen; wij weten niet, wie ons geld in onze zakken gelegd heeft.

1513
VersbegrippenZaken Twee Keer DoenMensen Die Vertraagden

Want hadden wij niet gezuimd, voorwaar, wij waren alreeds tweemaal wedergekomen.

1518
VersbegrippenSamengaan

Neemt ook uw broeder mede, en maakt u op, keert weder tot dien man.

1524
VersbegrippenEten Kopen

En zij zeiden: Och, mijn heer! wij waren in het begin gewisselijk afgekomen, om spijze te kopen.

1526
VersbegrippenEten BereidenZij Die Maaltijden Aanboden

En zij bereidden het geschenk, totdat Jozef kwam op den middag; want zij hadden gehoord, dat zij aldaar brood eten zouden.

1529
VersbegrippenSamengaan

Indien gij onzen broeder met ons zendt, wij zullen aftrekken, en u spijze kopen;

1533

De man nu deed, gelijk Jozef gezegd had; en de man bracht deze mannen in het huis van Jozef.