Meest Populaire Bijbelverzen in Genesis 46

Genesis Rang:

577
VersbegrippenVluchtelingenOffer In OT

En Israel verreisde met al wat hij had, en hij kwam te Ber-seba, en hij offerde offeranden aan den God van zijn vader Izak.

689

En hij zond Juda voor zijn aangezicht heen tot Jozef, om voor zijn aangezicht aanwijzing te doen naar Gosen; en zij kwamen in het land Gosen.

764
VersbegrippenDe Jaren ZeventigZeventigTwee Zonen

En de zonen van Jozef, die hem in Egypte geboren zijn, waren twee zielen. Al de zielen van het huis van Jakob, die in Egypte kwamen, waren zeventig.

818
VersbegrippenEerstgeboreneEerstgeboren Zonen

En dit zijn de namen der zonen van Israel, die in Egypte kwamen: Jakob en zijn zonen. De eerstgeborene van Jakob: Ruben.

848
VersbegrippenStammen Van Israël

En de zonen van Issaschar: Tola, en Puwa, en Job, en Simron.

873

En de zonen van Juda: Er, en Onan, en Sela, en Perez, en Zerah. Doch Er en Onan waren gestorven in het land van Kanaan; en de zonen van Perez waren Hezron en Hamul.

883
VersbegrippenDe Jaren Zestig

Al de zielen, die met Jakob in Egypte kwamen, uit zijn heup gesproten, uitgenomen de vrouwen van de zonen van Jakob, waren allen zes en zestig zielen.

903

En de zonen van Levi: Gerson, Kehath en Merari.

912
VersbegrippenAfkeerWerken Van JongsafaanZij Die Voorraad HaddenMensen HatenBijhouden Voorraad

Zo zult gij zeggen: Uw knechten zijn mannen, die van onze jeugd af tot nu toe met vee omgegaan hebben, zo wij als onze vaders; opdat gij in het land Gosen moogt wonen; want alle schaapherder is de Egyptenaren een gruwel.

927
VersbegrippenStammen Van Israël

En de zonen van Benjamin: Bela, Becher en Asbel, Gera en Naaman, Echi en Ros, Muppim en Huppim, en Ard.

955
VersbegrippenBeroepen

En Jozef werden geboren in Egypteland, Manasse en Efraim, die hem Asnath, de dochter van Potifera, den overste te On, baarde.

956

En de zonen van Simeon: Jemuel, en Jamin, en Ohad, en Jachin, en Zoar, en Saul, de zoon ener Kanaanietische vrouw.

963
VersbegrippenAbrahamIk Ben GodWees Niet Bang Want God Zal Helpen

En Hij zeide: Ik ben die God, uws vaders God; vrees niet van af te trekken naar Egypte; want Ik zal u aldaar tot een groot volk zetten.

998
VersbegrippenStammen Van Israël

En de zonen van Gad: Zifjon en Haggi, Schuni en Ezbon, Eri en Arodi, en Areli.

1001
VersbegrippenStammen Van IsraëlGenoemde Zusters

En de zonen van Aser: Jimna, en Jisva, en Jisvi, en Berija, en Sera, hun zuster; en de zonen van Berija: Heber en Malchiel.

1118

En de zonen van Nafthali: Jahzeel, en Guni, en Jezer, en Sillem.

1151

En de zonen van Ruben: Hanoch, en Pallu, en Hezron, en Karmi.

1177

En de zonen van Dan: Chusim.

1183
VersbegrippenDertig En Nog Iets

Dit zijn de zonen van Lea, die zij Jakob gebaard heeft in Paddan-Aram, met Dina zijn dochter; al de zielen zijner zonen en zijner dochteren waren drie en dertig.

1196
VersbegrippenMensen Die KussenStrijdwagensGroetenLiefde En De WereldGoede KinderenGoede Voorbeelden Van KinderenMensen OntmoetenActie Voor Lange TijdReis Voorbereiden

Toen spande Jozef zijn wagen aan, en toog op, zijn vader Israel tegemoet naar Gosen; en als hij zich aan hem vertoonde, zo viel hij hem aan zijn hals, en weende lang aan zijn hals.

1228
VersbegrippenWagentjesImmigranten

Toen maakte zich Jakob op van Ber-seba; en de zonen van Israel voerden Jakob hun vader, en hun kinderen, en hun vrouwen, op de wagenen, die Farao gezonden had, om hem te voeren.

1251
VersbegrippenVoorbereiding Voor BegrafenisHandoplegging Voor GenezingGod Zal Met Jou ZijnGod Haalt Israël Uit EgypteEfficiëntie

Ik zal met u aftrekken naar Egypte en Ik zal u doen weder optrekken, mede optrekkende; en Jozef zal zijn hand op uw ogen leggen.

1262
VersbegrippenVertellen Over Bewegingen

Daarna zeide Jozef tot zijn broederen, en tot zijns vaders huis: Ik zal optrekken en Farao boodschappen, en tot hem zeggen: Mijn broeders en het huis mijns vaders, die in het land Kanaan waren, zijn tot mij gekomen.

1288

En de zonen van Zebulon: Sered, en Elon, en Jahleel.

1316
VersbegrippenZestien

Dit zijn de zonen van Zilpa, die Laban aan zijn dochter Lea gegeven had; en zij baarde Jakob deze zestien zielen.

1367

En zij namen hun vee, en hun have, die zij in het land Kanaan geworven hadden, en zij kwamen in Egypte, Jakob en al zijn zaad met hem;

1391
VersbegrippenZeven Mensen

Dit zijn de zonen van Bilha, die Laban aan zijn dochter Rachel gegeven had; en zij baarde dezelve Jakob, zij waren allen zeven zielen.

1405
VersbegrippenKleinkinderen

Zijn zonen, en de zonen zijner zonen met hem; zijn dochteren, en zijner zonen dochteren, en al zijn zaad bracht hij met zich in Egypte.

1408
VersbegrippenStellen Van Bepaalde Vragen

Wanneer het nu geschieden zal, dat Farao ulieden zal roepen, en zeggen: Wat is uw hantering?

1443

De zonen van Rachel, Jakobs huisvrouw: Jozef en Benjamin.

1477
VersbegrippenParaatheidOuderlijke LiefdeOntslag Tot De DoodVerder LevenMensen Zien

En Israel zeide tot Jozef: Dat ik nu sterve, nadat ik uw aangezicht gezien heb, dat gij nog leeft!

1479
VersbegrippenHerder Als Beroep

En die mannen zijn schaapherders; want het zijn mannen, die met vee omgaan; en zij hebben hun schapen, en hun runderen, en al wat zij hebben, medegebracht.

1494
VersbegrippenVeertien

Dit zijn de zonen van Rachel, die Jakob geboren zijn, al te zamen veertien zielen.