Meest Populaire Bijbelverzen in Lukas 19

Lukas Rang:

47
VersbegrippenVoorbeelden Van Gods GenadeDoormaken

En Jezus, ingekomen zijnde, ging door Jericho.

89
VersbegrippenServettenVerborgen DingenReine GezichtenHoge BenoemingenTalenten

En een ander kwam, zeggende: Heer, zie hier uw pond, hetwelk ik in een zweetdoek weggelegd had;

107
VersbegrippenChristus Die Voorgaat

En dit gezegd hebbende, reisde Hij voor hen heen, en ging op naar Jeruzalem.

132
VersbegrippenPlotseling

En als zij dat hoorden, voegde Hij daarbij, en zeide een gelijkenis; omdat Hij nabij Jeruzalem was, en omdat zij meenden, dat het Koninkrijk Gods terstond zou openbaar worden.

207
VersbegrippenGoddeloos Gebruik Van RijkdomNiet ZaaienNiet Oogsten Wat Je ZaaideStriktheidOogsten Wat Je Gezaaid Hebt

Want ik vreesde u, omdat gij een straf mens zijt; gij neemt weg, wat gij niet gelegd hebt, en gij maait, wat gij niet gezaaid hebt.

222
VersbegrippenGod DodendGod DoodtVijanden OverwinnenVijanden

Doch deze mijn vijanden, die niet hebben gewild, dat ik over hen koning zoude zijn, brengt ze hier, en slaat ze hier voor mij dood.

298
VersbegrippenNiet ZaaienNiet Oogsten Wat Je ZaaideVeroordeling Van De GoddelozenLet Op Uw SpraakStriktheidGods Aard KennenOogsten Wat Je Gezaaid Hebt

Maar hij zeide tot hem: Uit uw mond zal ik u oordelen, gij boze dienstknecht! Gij wist, dat ik een straf mens ben, nemende weg, wat ik niet gelegd heb, en maaiende, wat ik niet gezaaid heb.

304
VersbegrippenKredietBankenWaarborgInteresseRentmeesterschap Over GeldGebruik Van Geld

Waarom hebt gij dan mijn geld niet in de bank gegeven, en ik, komende, had hetzelve met woeker mogen eisen?

309
VersbegrippenUitrusting, SpiritueelStellen Van Bepaalde VragenDe Behoeften Van God

En indien iemand u vraagt: Waarom ontbindt gij dat, zo zult gij alzo tot hem zeggen: Omdat het de Heere van node heeft.

327
VersbegrippenStaanHoge Benoemingen

En hij zeide tot degenen, die bij hem stonden: Neemt dat pond van hem weg, en geeft het dien, die de tien ponden heeft.

396
VersbegrippenBezittenZegen ToevoegenZij Aan Wie God GeeftGods Dingen Nemen

Want ik zeg u, dat een iegelijk, die heeft, zal gegeven worden; maar van degene, die niet heeft, van dien zal genomen worden ook wat hij heeft.

454
VersbegrippenDe Behoeften Van God

En zij zeiden: De Heere heeft het van node.

455
VersbegrippenTouwenTegengestelde KantenOngebruiktVerbindend Als DierenDieren Die Voldoen Aan De Noden Van De Mens

Zeggende: Gaat henen in dat vlek, dat tegenover is; in hetwelk inkomende, zult gij een veulen gebonden vinden, waarop geen mens ooit heeft gezeten; ontbindt hetzelve, en brengt het.

498
VersbegrippenOp Ezels Rijden

En zij brachten hetzelve tot Jezus. En hun klederen op het veulen geworpen hebbende, zetten zij Jezus daarop.

505
VersbegrippenMenselijke En Goddelijke Heerschappij

En als zij het veulen ontbonden, zeiden de heren van hetzelve tot hen: Waarom ontbindt gij het veulen?

539
VersbegrippenDingen Vinden

En die uitgezonden waren, heengegaan zijnde, vonden het, gelijk Hij hun gezegd had.

541
VersbegrippenDe Wegen Gebruiken

En als Hij voort reisde, spreidden zij hun klederen onder Hem op den weg.

552
VersbegrippenHandelDe Tempel BinnengaanChristus Die Mensen VerdrijftChristus In De Tempel

En gegaan zijnde in den tempel, begon Hij uit te drijven degenen, die daarin verkochten en kochten,

585
VersbegrippenErfgenamenSpirituele ErfenisEdelenDe RijkenIndividuen Die Naar Huis GaanVer Van HierGeschenken En Talenten

Hij zeide dan: Een zeker welgeboren man reisde in een ver gelegen land, om voor zichzelven een koninkrijk te ontvangen, en dan weder te keren.

596
VersbegrippenHoge Benoemingen

En zij zeiden tot hem: Heer, hij heeft tien ponden.

611
VersbegrippenRijke Mensen

En zie, er was een man, met name geheten Zacheus; en deze was een overste der tollenaren, en hij was rijk;

643
VersbegrippenTwee DiscipelenBewegingen Van Discipelen

En het geschiedde, als Hij nabij Beth-fage en Bethanie gekomen was, aan den berg, genaamd den Olijfberg, dat Hij twee van Zijn discipelen uitzond,

696
VersbegrippenDoxologieHet Feit Van Zijn KomstIn Gods Naam

Zeggende: Gezegend is de Koning, Die daar komt in den Naam des Heeren! Vrede zij in den hemel, en heerlijkheid in de hoogste plaatsen!

717
VersbegrippenMisbruik Van BevoegdhedenVandaagGods Verborgen DingenGeen Vrede

Zeggende: Och, of gij ook bekendet, ook nog in dezen uw dag, hetgeen tot uw vrede dient! Maar nu is het verborgen voor uw ogen.

722
VersbegrippenArcheologieSchreeuwende Troepen

En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Ik zeg ulieden, dat, zo deze zwijgen, de stenen haast roepen zullen.

746
VersbegrippenVandaagKinderen Van AbrahamHet Evangelie Van De ReddingAdoptie Door Geloof

En Jezus zeide tot hem: Heden is dezen huize zaligheid geschied, nademaal ook deze een zoon van Abraham is.

840
VersbegrippenMan Die TenondergaatVandaagAnderen OpjagenTijdelijk Blijven

En als Jezus aan die plaats kwam, opwaarts ziende, zag Hij hem, en zeide tot hem: Zacheus! haast u, en kom af; want Ik moet heden in uw huis blijven.

852
VersbegrippenTijd GevenBezoekVernietiging Van De TempelGod Die BezoektBouwstenen AfwijzenDingen NeerzettenGods TimingGods TimingHerkenning

En zullen u tot den grond nederwerpen, en uw kinderen in u; en zij zullen in u den enen steen op den anderen steen niet laten; daarom dat gij den tijd uwer bezoeking niet bekend hebt.

903
VersbegrippenAfgezantHaatEigen WilGod HatenOngeschikte RegelBurgers

En zijn burgers haatten hem, en zonden hem gezanten na, zeggende: Wij willen niet, dat deze over ons koning zij.

944
VersbegrippenHuis Van GodAanklachtenStaat Van De TempelDieven

Zeggende tot hen: Er is geschreven: Mijn huis is een huis des gebeds; maar gij hebt dat tot een kuil der moordenaren gemaakt.

950
VersbegrippenBelegeringDe Profetie Over JeruzalemOmringende VijandenVoorspelde Aanvallen Op JeruzalemBelegeringsheuvelsInvesteren

Want er zullen dagen over u komen, dat uw vijanden een begraving rondom u zullen opwerpen, en zullen u omsingelen, en u van alle zijden benauwen;

956
VersbegrippenKlimmenEsdoornenIndividuen Die LopenOlijfbomen

En vooruitlopende, klom hij op een wilden vijgeboom, opdat hij Hem mocht zien; want Hij zou door dien weg voorbijgaan.

959
VersbegrippenChristus ZoekenKleine MensenZoekende MenigtesDe Eerste Aanblik Van ChristusNadelen Van MenigtesWie Is Jezus?MotivatieGelukZoekenProberen

En zocht Jezus te zien, wie Hij was; en kon niet vanwege de schare, omdat hij klein van persoon was.

964
VersbegrippenTalenten GevenHandelKredietTien MensenHoge BenoemingenSpecifieke Sommen GeldEeuwig PerspectiefZaken DoenGeldmiddelenTalentenGeschenken En TalentenInvesteren

En geroepen hebbende zijn tien dienstknechten, gaf hij hun tien ponden, en zeide tot hen: Doet handeling, totdat ik kome.

999
VersbegrippenReacties Op WonderenVoorbeelden Van LovenDe Reacties Van De DiscipelenSpecifiek Loven Van God

En als Hij nu genaakte aan den afgang des Olijfbergs, begon al de menigte der discipelen zich te verblijden, en God te loven met grote stemme, vanwege al de krachtige daden, die zij gezien hadden;

1043
VersbegrippenGastenEenzaamheidGastvrijheid Tegenover ChristusChristus VerwelkomenMopperen Tegen MensenHet Ontvangen Van Jezus Als Een GastKlachtenKlagen

En allen, die het zagen, murmureerden, zeggende: Hij is tot een zondigen man ingegaan, om te herbergen.

1077
VersbegrippenTalentenVijf DingenAan Mensen Toegekend GezagGeschenken En Talenten

En hij zeide ook tot dezen: En gij, wees over vijf steden.

1080
VersbegrippenTalenten GevenAnderen Die OproepenInvesteren

En het geschiedde, toen hij wederkwam, als hij het koninkrijk ontvangen had, dat hij zeide, dat die dienstknechten tot hem zouden geroepen worden, wien hij het geld gegeven had; opdat hij weten mocht, wat een iegelijk met handelen gewonnen had.

1082
VersbegrippenEerste MensenHoge Benoemingen

En de eerste kwam, en zeide: Heer, uw pond heeft tien ponden daartoe gewonnen.

1102
VersbegrippenChristus VerwelkomenMan Die TenondergaatHaastige ActieVreugde In Gods Werk

En hij haastte zich en kwam af, en ontving Hem met blijdschap.

1123
VersbegrippenHet Tweede ZijnHoge Benoemingen

En de tweede kwam, en zeide: Heer, uw pond heeft vijf ponden gewonnen.

1138

En zij vonden niet, wat zij doen zouden; want al het volk hing Hem aan, en hoorde Hem.