49 Bible Verses about Het Verliezen Van Een Vriend

Meest relevante verzen

Proverbs 18:24

Een man, die vrienden heeft, heeft zich vriendelijk te houden; want er is een liefhebber, die meer aankleeft dan een broeder.

Matthew 10:39

Die zijn ziel vindt, zal dezelve verliezen; en die zijn ziel zal verloren hebben om Mijnentwil, zal dezelve vinden.

Proverbs 12:26

De rechtvaardige is voortreffelijker dan zijn naaste; maar de weg der goddelozen doet hen dwalen.

Proverbs 17:9

Die de overtreding toedekt, zoekt liefde; maar die de zaak weder ophaalt, scheidt den voornaamsten vriend.

Psalm 116:15

Kostelijk is in de ogen des HEEREN de dood Zijner gunstgenoten.

James 5:19

Broeders, indien iemand onder u van de waarheid is afgedwaald, en hem iemand bekeert,

Luke 12:4

En Ik zeg u, Mijn vrienden: Vreest u niet voor degenen, die het lichaam doden, en daarna niet meer kunnen doen.

Psalm 88:18

[ (Psalms 88:19) Gij hebt vriend en metgezel verre van mij gedaan; mijn bekenden zijn in duisternis. ]

Proverbs 18:19

Een broeder is wederspanniger dan een sterke stad; en de geschillen zijn als een grendel van een paleis.

Proverbs 11:15

Als iemand voor een vreemde borg geworden is, hij zal zekerlijk verbroken worden; maar wie degenen haat, die in de hand klappen, is zeker.

Luke 11:5

En Hij zeide tot hen: Wie van u zal een vriend hebben, en zal ter middernacht tot hem gaan, en tot hem zeggen: Vriend! leen mij drie broden;

Luke 15:6

En te huis komende, roept hij de vrienden en de geburen samen, zeggende tot hen: Weest blijde met mij; want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was.

Matthew 24:10

En dan zullen er velen geergerd worden, en zullen elkander overleveren, en elkander haten.

Ezekiel 34:16

Het verlorene zal Ik zoeken, en het weggedrevene zal Ik wederbrengen, en het gebrokene zal Ik verbinden, en het kranke zal Ik sterken; maar het vette en het sterke zal Ik verdelgen, Ik zal ze weiden met oordeel.

Job 2:11

Als nu de drie vrienden van Job gehoord hadden al dit kwaad, dat over hem gekomen was, kwamen zij, ieder uit zijn plaats, Elifaz, de Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar, de Naamathiet; en zij waren het eens geworden, dat zij kwamen om hem te beklagen, en om hem te vertroosten.

Proverbs 26:19

Alzo is een man, die zijn naaste bedriegt, en zegt: Jok ik er niet mede?

Luke 15:8

Of wat vrouw, hebbende tien penningen, indien zij een penning verliest, ontsteekt niet een kaars, en keert het huis met bezemen, en zoekt naarstiglijk, totdat zij dien vindt?

Proverbs 18:21

Dood en leven zijn in het geweld der tong; en een ieder, die ze liefheeft, zal haar vrucht eten.

John 11:25

Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven;

Mark 8:36

Want wat zou het den mens baten zo hij de gehele wereld won, en zijner ziele schade leed?

Mark 3:21

En als degenen, die Hem bestonden, dit hoorden, gingen zij uit, om Hem vast te houden; want zij zeiden: Hij is buiten Zijn zinnen.

2 Chronicles 25:9

En Amazia zeide tot den man Gods: Maar wat zal men doen met de honderd talenten, die ik aan de benden van Israel gegeven heb? En de man Gods zeide: De HEERE heeft meer dan dit, om u te geven.

1 Thessalonians 5:11

Daarom vermaant elkander, en sticht de een den anderen, gelijk gij ook doet.

Proverbs 24:10

Vertoont gij u slap ten dage uwer benauwdheid, uw kracht is nauw.

Luke 15:9

En als zij dien gevonden heeft, roept zij de vriendinnen en de geburinnen samen, zeggende: Weest blijde met mij; want ik heb den penning gevonden, dien ik verloren had.

John 11:4

En Jezus, dat horende, zeide: Deze krankheid is niet tot den dood, maar ter heerlijkheid Gods; opdat de Zone Gods door dezelve verheerlijkt worde.

Matthew 18:14

Alzo is de wil niet uws Vaders, Die in de hemelen is, dat een van deze kleinen verloren ga.

2 Corinthians 5:18

En al deze dingen zijn uit God, Die ons met Zichzelven verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening der verzoening gegeven heeft.

Luke 16:4

Ik weet, wat ik doen zal, opdat, wanneer ik van het rentmeesterschap afgezet zal wezen, zij mij in hun huizen ontvangen.

John 12:25

Die zijn leven liefheeft, zal hetzelve verliezen; en die zijn leven haat in deze wereld, zal hetzelve bewaren tot het eeuwige leven.

2 Peter 3:17

Gij dan, geliefden, zulks te voren wetende, wacht u, dat gij niet door de verleiding der gruwelijke mensen mede afgerukt wordt, en uitvalt van uw vastigheid;

Luke 18:29

En Hij zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg ulieden, dat er niemand is, die verlaten heeft huis, of ouders, of broeders, of vrouw, of kinderen, om het Koninkrijk Gods;

2 Chronicles 25:2

En hij deed dat recht was in de ogen des HEEREN, doch niet met een volkomen hart.

Psalm 41:9

Zelfs de man mijns vredes, op welken ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft de verzenen tegen mij grotelijks verheven.

1 Samuel 9:3

De ezelinnen nu van Kis, den vader van Saul, waren verloren; daarom zeide Kis tot zijn zoon Saul: Neem nu een van de jongens met u, en maak u op, ga heen, zoek de ezelinnen.

2 Samuel 1:26

Ik ben benauwd om uwentwil, mijn broeder Jonathan! Gij waart mij zeer liefelijk; uw liefde was mij wonderlijker dan liefde der vrouwen.

Psalm 38:10

Mijn hart keert om en om, mijn kracht heeft mij verlaten; en het licht mijner ogen, ook zij zelven zijn niet bij mij.

John 11:3

Zijn zusters dan zonden tot Hem, zeggende: Heere, zie, dien Gij liefhebt, is krank.

Romans 11:15

Want indien hun verwerping de verzoening is der wereld, wat zal de aanneming wezen, anders dan het leven uit de doden?

2 Chronicles 25:8

Maar zo gij gaat, doe het, wees sterk ten strijde; God zal u doen vallen voor den vijand; want in God is kracht, om te helpen en om te doen vallen.

Psalm 34:18

Koph. De HEERE is nabij de gebrokenen van harte, en Hij behoudt de verslagenen van geest.

James 4:4

Overspelers en overspeleressen, weet gij niet, dat de vriendschap der wereld een vijandschap Gods is? Zo wie dan een vriend der wereld wil zijn, die wordt een vijand van God gesteld.

Matthew 19:29

En zo wie zal verlaten hebben, huizen, of broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers, om Mijns Naams wil, die zal honderdvoud ontvangen, en het eeuwige leven beerven.

John 11:14

Toen zeide dan Jezus tot hen vrijuit: Lazarus is gestorven.

Luke 19:10

Want de Zoon des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was.

Mark 10:29

En Jezus, antwoordende, zeide: Voorwaar zeg Ik ulieden: Er is niemand, die verlaten heeft huis, of broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers, om Mijnentwil en des Evangelies wil,

Luke 18:1

En Hij zeide ook een gelijkenis tot hen, daartoe strekkende, dat men altijd bidden moet, en niet vertragen;

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain