Meest Populaire Bijbelverzen in Nehemia 7

Nehemia Rang:

15
VersbegrippenTweeduizend

De kinderen van Parhos waren twee duizend, honderd twee en zeventig;

27
VersbegrippenDrie- Tot VierhonderdDriehonderd En Meer

De kinderen van Sefatja, driehonderd twee en zeventig;

74
VersbegrippenZeven- Tot Negenhonderd

De kinderen van Zatthu, achthonderd vijf en veertig;

78
VersbegrippenDuizenden

De kinderen van Elam, duizend, tweehonderd vier en vijftig;

96
VersbegrippenZes- Tot ZevenhonderdZeshonderd En Meer

De kinderen van Arach, zeshonderd twee en vijftig;

102
VersbegrippenNummer NegentigNegentig

De kinderen van Ater, van Hizkia, acht en negentig;

117
VersbegrippenTweeduizend

De kinderen van Pahath-Moab, van de kinderen van Jesua en Joab, twee duizend, achthonderd en achttien;

182
VersbegrippenZeven- Tot Negenhonderd

De kinderen van Zakkai, zevenhonderd en zestig;

244
VersbegrippenZes- Tot ZevenhonderdZeshonderd En Meer

De kinderen van Binnui, zeshonderd acht en veertig;

245
VersbegrippenCommandantCitadelsVoorbeelden Van Angst Van GodIndividuen Die God VrezenVerantwoordelijkheid

En ik gaf bevel aan mijn broeder Hanani, en aan Hananja, den overste van den burg te Jeruzalem, want hij was als een man van getrouwheid, en godvrezende boven velen.

251
VersbegrippenHonderd En Enkelen

De kinderen van Harif, honderd en twaalf;

252
VersbegrippenZes- Tot ZevenhonderdZeshonderd En Meer

De kinderen van Adin, zeshonderd vijf en vijftig;

253
VersbegrippenKorenDe Muren Van Jeruzalem BouwenZangersWederopbouw

Voorts geschiedde het, als de muur gebouwd was, dat ik de deuren oprichtte, en de poortiers, en de zangers, en de Levieten werden besteld.

266
VersbegrippenTweeduizend

De kinderen van Azgad, twee duizend, driehonderd twee en twintig;

267
VersbegrippenArchievenEdelen

Zo gaf mijn God in mijn hart, dat ik de edelen, en de overheden, en het volk verzamelde, om de geslachten te rekenen; en ik vond het geslachtsregister dergenen, die in het eerst waren opgetogen, en vond daarin geschreven aldus:

271
VersbegrippenTweeduizend

De kinderen van Bigvai, twee duizend, zeven en zestig;

272
VersbegrippenZes- Tot ZevenhonderdZeshonderd En Meer

De kinderen van Adonikam, zeshonderd zeven en zestig;

273
VersbegrippenSamengaan

Dewelke kwamen met Zerubbabel, Jesua, Nehemia, Azaria, Raamja, Nahamani, Mordechai, Bilsan, Mispereth, Bigvai, Nehim en Baena. Dit is het getal der mannen van het volk van Israel.

277
VersbegrippenDrie- Tot VierhonderdDriehonderd En Meer

De kinderen van Hassum, driehonderd acht en twintig;

280
VersbegrippenZes- Tot ZevenhonderdZeshonderd En Meer

De kinderen van Bebai, zeshonderd acht en twintig;

282
VersbegrippenRijkenBallingschap van Juda naar Babylon

Dit zijn de kinderen van dat landschap, die optogen uit de gevangenis der weggevoerden, die Nebukadnezar, koning van Babel, weggevoerd had, en die wedergekeerd zijn naar Jeruzalem en naar Juda, een iegelijk tot zijn stad;

283
VersbegrippenDrie- Tot VierhonderdDriehonderd En Meer

De kinderen van Bezai, driehonderd vier en twintig;

286
VersbegrippenPoortenHitteWaakzaamheid Van GelovigenDe Daad Van OpenenDe Tempel OpenenHeet Water

En ik zeide tot hen: Laat de poorten van Jeruzalem niet geopend worden, totdat de zon heet wordt, en terwijl zij daarbij staan, laat hen de deuren sluiten, betast gij ze dan; en dat men wachten zette, inwoners van Jeruzalem, een iegelijk op zijn wacht, en een iegelijk tegenover zijn huis.

290
VersbegrippenNummer NegentigNegentig

De kinderen van Gibeon, vijf en negentig;

291
VersbegrippenStadGrootsheidEnkele Mensen

De stad nu was wijd van ruimte en groot; doch des volks was weinig daarbinnen; en de huizen waren niet gebouwd.

294
VersbegrippenHonderd En Enkelen

De mannen van Bethlehem en Netofa, honderd acht en tachtig;

296
VersbegrippenZeven- Tot Negenhonderd

De mannen van Kirjath-Jearim, Cefira en Beeroth, zevenhonderd drie en veertig;

298
VersbegrippenHonderd En Enkelen

De mannen van Anathoth, honderd acht en twintig;

305
VersbegrippenVeertig

De mannen van Beth-Azmaveth, twee en veertig;

307
VersbegrippenHonderd En Enkelen

De mannen van Michmas, honderd twee en twintig;

308
VersbegrippenZes- Tot ZevenhonderdZeshonderd En Meer

De mannen van Rama en Gaba, zeshonderd en twintig;

321
VersbegrippenDe Urim en TummimUrim En Tummin

En Hattirsatha zeide tot hen, dat zij van de heiligste dingen niet zouden eten, totdat er een priester stond met urim en thummim.

324
VersbegrippenPoortwachtersSteden in Israël

En de priesters, en de Levieten, en de poortiers, en de zangers, en sommigen van het volk, en de Nethinim, en gans Israel, woonden in hun steden.

345
VersbegrippenVeertig Duizend En Meer

Deze ganse gemeente te zamen was twee en veertig duizend, driehonderd en zestig;

350
VersbegrippenMensen Die Mensen Andere Namen GevenEen Vrouw Nemen

En van de priesteren, de kinderen van Habaja, de kinderen van Koz, de kinderen van Barzillai, die een vrouw van de dochteren van Barzillai, den Gileadiet, genomen had, en naar hun naam genoemd was.

357
VersbegrippenDe Jaren VijftigVier- Tot VijfhonderdKledij Van PriestersVier- En VijfhonderdGeld Voor De Tempel

Een deel nu van de hoofden der vaderen gaven tot het werk. Hattirsatha gaf tot den schat, aan goud, duizend drachmen, vijftig sprengbekkens, vijfhonderd en dertig priesterrokken.

359
VersbegrippenZevenduizendZangersTweehonderd En MeerGroepen Van Slaven

Behalve hun knechten en hun maagden, die waren zeven duizend, driehonderd zeven en dertig; en zij hadden tweehonderd vijf en veertig zangers en zangeressen.

360
VersbegrippenHonderd En Enkelen

De mannen van Beth-El en Ai, honderd drie en twintig;

361
VersbegrippenDe Jaren Zeventig

De Levieten: de kinderen van Jesua, van Kadmiel, van de kinderen van Hodeva, vier en zeventig;

362
VersbegrippenZeven- Tot Negenhonderd

De priesters: de kinderen van Jedaja, van het huis van Jesua, negenhonderd drie en zeventig;

363

Ook togen dezen op van Thel-melah, Thel-harsa, Cherub, Addon en Immer; maar zij konden hunner vaderen huis, en hun zaad niet tonen, of zij uit Israel waren;

369

De kinderen der knechten van Salomo; de kinderen van Sotai, de kinderen van Sofereth, de kinderen van Perida;

370

De kinderen van Reaja, de kinderen van Rezin, de kinderen van Nekoda;

371

De kinderen van Bezai, de kinderen van Meunim, de kinderen van Nefussim;

372
VersbegrippenPoortwachtersHonderd En Enkelen

De poortiers: de kinderen van Sallum, de kinderen van Ater, de kinderen van Talmon, de kinderen van Akkub, de kinderen van Hatita, de kinderen van Sobai, honderd acht en dertig;

375
VersbegrippenHoge BenoemingenGeld Voor De Tempel

En anderen van de hoofden der vaderen gaven tot den schat des werks, aan goud, twintig duizend drachmen, en aan zilver, twee duizend en tweehonderd ponden.

377
VersbegrippenDienstbaarheid En Aanbidding Van God

De Nethinim: de kinderen van Ziha, de kinderen van Hasufa, de kinderen van Tabbaoth;

378
VersbegrippenDrie- Tot VierhonderdDriehonderd En Meer

De kinderen van Harim, driehonderd en twintig;

379
VersbegrippenArchievenAfgezette Priesters

Dezen zochten hun geschrift, willende hun geslacht rekenen, maar het werd niet gevonden; daarom werden zij als onreinen van het priesterdom geweerd.

380
VersbegrippenZes- Tot ZevenhonderdZeshonderd En Meer

De kinderen van Delaja, de kinderen van Tobia, de kinderen van Nekoda, zeshonderd twee en veertig.

382
VersbegrippenDrieduizend En Meer

De kinderen van Senaa, drie duizend, negenhonderd en dertig;

383
VersbegrippenZeven- Tot Negenhonderd

De kinderen van Lod, Hadid en Ono, zevenhonderd een en twintig;

384
VersbegrippenDuizenden

De kinderen van Pashur, duizend, tweehonderd zeven en veertig;

385

De kinderen van Barkos, de kinderen van Sisera, de kinderen van Thamah;

387

De kinderen van Lebana, de kinderen van Hagaba, de kinderen van Salmai;

389

De kinderen van Keros, de kinderen van Sia, de kinderen van Padon;

390

De kinderen van Sefatja, de kinderen van Hattil, de kinderen van Pochereth van Zebaim, de kinderen van Amon;

391
VersbegrippenDuizenden

De kinderen van Immer, duizend twee en vijftig;

392
VersbegrippenZingenZangersHonderd En Enkelen

De zangers: de kinderen van Asaf, honderd acht en veertig;

393

De kinderen van Gazzam, de kinderen van Uzza, de kinderen van Paseah;

394

De kinderen van Bazlith, de kinderen van Mehida, de kinderen van Harsa;

395

De kinderen van Bakbuk, de kinderen van Hakufa, de kinderen van Harhur;

396
VersbegrippenDrie- Tot VierhonderdDriehonderd En Meer

De kinderen van Jericho, driehonderd vijf en veertig;

397

De kinderen van Jaela, de kinderen van Darkon, de kinderen van Giddel;

398
VersbegrippenDe Jaren Vijftig

De mannen van het andere Nebo, twee en vijftig;

399
VersbegrippenDe Jaren ZestigKledij Van PriestersHoge BenoemingenGeld Voor De Tempel

En wat de overigen des volks gaven, was aan goud, twintig duizend drachmen, en aan zilver, twee duizend mijnen, en zeven en zestig priesterrokken.

400

De kinderen van Hanan, de kinderen van Giddel, de kinderen van Gahar;

401
VersbegrippenDuizenden

De kinderen van Harim, duizend en zeventien;

402

De kinderen van Neziah, de kinderen van Hatifa;

403
VersbegrippenDuizenden

De kinderen des anderen Elams, duizend, tweehonderd vier en vijftig;

404
VersbegrippenDrie- Tot VierhonderdDriehonderd En MeerTempelassistenten

Al de Nethinim, en de kinderen der knechten van Salomo, waren driehonderd twee en negentig.

405
VersbegrippenZeven- Tot NegenhonderdTweehonderd En Meer

Hun paarden, zevenhonderd zes en dertig; hun muildieren, tweehonderd vijf en veertig;

406
VersbegrippenVier- Tot VijfhonderdZesduizendVier- En VijfhonderdMassa's Ezels

Kemelen, vierhonderd vijf en dertig; ezelen, zes duizend, zevenhonderd en twintig.