Meest Populaire Bijbelverzen in Nehemia 8

Nehemia Rang:

1
VersbegrippenFeestenGezegend ZijnVrijetijd En VrijetijdsbestedingLiefdesmaalBeloofd PlezierEten Voor GodIn Neerslachtigheid VerzinkenRouw NietGod Onze KrachtAlcoholische DrankenVreugdeKracht In Harde TijdenHoop En KrachtVieringEen Goede Dag HebbenBlij Zijn En Van Het Leven GenietenSterkteVierenVriendelijkheid

En Nehemia (dezelve is Hattirsatha) en Ezra, de priester, de schriftgeleerde, en de Levieten, die het volk onderwezen, zeiden tot al het volk: Deze dag is den HEERE, uw God, heilig; bedrijft dan geen rouw, en weent niet; want al het volk weende, als zij de woorden der wet hoorden.

3
VersbegrippenGeboden in OTHerfstMaand 7Genoemde PoortenBoek Van De WetSamenkomst

Als nu de zevende maand aankwam, en de kinderen Israels in hun steden waren,

6
VersbegrippenBestuurdersSchriftgeleerdenHuilenRouw NietHeilige Tijden

En zij lazen in het boek, in de wet Gods, duidelijk; en den zin verklarende, zo maakten zij, dat men het verstond in het lezen.

26
VersbegrippenEten En DrinkenGods Woord Begrijpen

En de Levieten stilden al het volk, zeggende: Zwijgt, want deze dag is heilig, daarom bedroeft u niet.

28
VersbegrippenRouw NietHeilige Tijden

Voorts zeide hij tot hen: Gaat, eet het vette, en drinkt het zoete, en zendt delen dengenen, voor welken niets bereid is, want deze dag is onzen Heere heilig; zo bedroeft u niet, want de blijdschap des HEEREN, die is uw sterkte.

32
VersbegrippenFeestenMaand 7

En des anderen daags verzamelden zich de hoofden der vaderen van het ganse volk, de priesters en de Levieten, tot Ezra, den schriftgeleerde, en dat, om verstand te bekomen in de woorden der wet.

40
VersbegrippenMaand 7

Toen ging al het volk henen om te eten, en om te drinken, en om delen te zenden, en om grote blijdschap te maken; want zij hadden de woorden verstaan, die men hun had bekend gemaakt.

41
VersbegrippenBinnenplaatsHuizenDakDakenGenoemde Poorten

En dat zij het zouden luidbaar maken, en een stem laten doorgaan door al hun steden, en te Jeruzalem, zeggende: Gaat uit op het gebergte, en haalt takken van olijfbomen, en takken van andere olieachtige bomen, en takken van mirtebomen, en takken van palmbomen, en takken van andere dichte bomen, om loofhutten te maken, als er geschreven is.

52
VersbegrippenSoorten TakkenOlijvenGebladerteMirte

En zij vonden in de wet geschreven, dat de HEERE door de hand van Mozes geboden had, dat de kinderen Israels in loofhutten zouden wonen, op het feest in de zevende maand;

66
VersbegrippenGemeenteWekenDagelijkse PlichtDag 8Zeven DagenHet Schrift Lezen

En de ganse gemeente dergenen, die uit de gevangenis waren wedergekomen, maakten loofhutten, en woonden in die loofhutten; want de kinderen Israels hadden alzo niet gedaan sinds de dagen van Jesua, den zoon van Nun, tot op dezen dag toe; en er was zeer grote blijdschap. [ (Nehemiah 8:19) En men las in het wetboek Gods dag bij dag, van den eersten dag tot den laatsten dag. En zij hielden het feest zeven dagen, en op den achtsten dag den verbodsdag, naar het recht. ]

129
VersbegrippenBlijdschapUnieke FeestenTijden Van Mensen

Alzo ging het volk uit en haalden ze, en maakten zich loofhutten, een iegelijk op zijn dak, en in hun voorhoven, en in de voorhoven van Gods huis, en op de straat der Waterpoort, en op de straat van Efraimspoort.

151
VersbegrippenHogepriesters In OTHeiligheid, Afzonderlijk Voor GodGeletterdheidMaand 7

Zo verzamelde zich al het volk als een enig man op de straat voor de Waterpoort; en zij zeiden tot Ezra, den schriftgeleerde, dat hij het boek der wet van Mozes zou halen, die de HEERE Israel geboden had.

213
VersbegrippenEen Vierde Pad

En Ezra loofde den HEERE, den groten God; en al het volk antwoordde: Amen, amen! met opheffing hunner handen, en neigden zich, en aanbaden den HEERE, met de aangezichten ter aarde.

234
VersbegrippenDageraadMiddagNamen Van De BijbelGenoemde PoortenDe Bijbel Lezen

En Ezra, de priester, bracht de wet voor de gemeente, beiden mannen en vrouwen, en allen, die verstandig waren om te horen, op den eersten dag der zevende maand.

237
VersbegrippenStaanHoutAssistentenJuiste KantAan De Linkerkant

En hij las daarin voor de straat, die voor de Waterpoort is, van het morgen licht aan tot op den middag, voor de mannen en vrouwen, en de verstandigen; en de oren des gansen volks waren naar het wetboek.

243
VersbegrippenDe Daad Van OpenenDocumenten OpenenMensen Die OpstaanDe Bijbel Lezen

En Ezra, de schriftgeleerde, stond op een hogen houten stoel, dien zij tot die zaak gemaakt hadden, en nevens hem stond Mattithja, en Sema, en Anaja, en Uria, en Hilkia, en Maaseja, aan zijn rechterhand; en aan zijn linkerhand Pedaja, en Misael, en Malchia, en Hasum, en Hasbaddana, Zacharja en Mesullam.

312
VersbegrippenBegripHet Schrift LezenDe Bijbel Lezen

Jesua nu, en Bani, en Serebja, Jamin, Akkub, Sabbethai, Hodia, Maaseja, Kelita, Azaria, Jozabad, Hanan, Pelaja, en de Levieten onderwezen het volk in de wet. En het volk stond op zijn standplaats.