17 Bijbelvers over Angst En Depressie

Bekommernis in het hart des mensen buigt het neder; maar een goed woord verblijdt het.

Vrees niet, want Ik ben met u; zijt niet verbaasd, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid.

Zo doe dan de toornigheid wijken van uw hart, en doe het kwade weg van uw vlees, want de jeugd, en de jonkheid is ijdelheid.

Doch God, Die de nederigen vertroost, heeft ons getroost door de komst van Titus.

Een blij hart zal een medicijn goed maken; maar een verslagen geest zal het gebeente verdrogen.

En ik was bij ulieden in zwakheid, en in vreze, en in vele beving.

Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen.

Als mijn gedachten binnen in mij vermenigvuldigd werden, hebben Uw vertroostingen mijn ziel verkwikt.

Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.

Dat hij drinke, en zijn armoede vergete, en zijner moeite niet meer gedenke.

Zo zeide de koning tot mij: Waarom is uw aangezicht treurig, zo gij toch niet krank zijt? Dit is niet dan treurigheid des harten. Toen vreesde ik gans zeer.

En het geschiedde, als de geest Gods over Saul was, zo nam David de harp, en hij speelde met zijn hand; dat was voor Saul een verademing, en het werd beter met hem, en de boze geest week van hem.

Want ook, als wij in Macedonie gekomen zijn, zo heeft ons vlees geen rust gehad; maar wij waren in alles verdrukt; van buiten was strijd, van binnen vrees.

Paulus en Timotheus, dienstknechten van Jezus Christus, al den heiligen in Christus Jezus, die te Filippi zijn, met de opzieners en diakenen:

Opdat gij ten volle kondet begrijpen met al de heiligen, welke de breedte, en lengte, en diepte, en hoogte zij,

Gij hieldt mijn ogen wakende; ik was verslagen, en sprak niet.

Zain. Gedenk des woords, tot Uw knecht gesproken, op hetwelk Gij mij hebt doen hopen.