37 Bijbelvers over Autoriteit Respecteren
Meest relevante verzen
Zo geeft dan een iegelijk, wat gij schuldig zijt; schatting, dien gij de schatting, tol, dien gij den tol, vreze, dien gij de vreze, eer, die gij de eer schuldig zijt.
Eert een iegelijk; hebt de broederschap lief; vreest God; eert den koning.
Voor koningen, en allen, die in hoogheid zijn; opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid.
Gij huisknechten, zijt met alle vreze onderdanig den heren, niet alleen den goeden en bescheidenen, maar ook den harden.
Alle ziel zij den machten, over haar gesteld, onderworpen; want er is geen macht dan van God, en de machten, die er zijn, die zijn van God geordineerd.
Daarom is het nodig onderworpen te zijn, niet alleen om der straffe, maar ook om des gewetens wil.
Zijt dan alle menselijke ordening onderdanig, om des Heeren wil; hetzij den koning, als de opperste macht hebbende;
Want daarom betaalt gij ook schattingen; want zij zijn dienaars van God, in ditzelve geduriglijk bezig zijnde.
Voor het grauwe haar zult gij opstaan, en zult het aangezicht des ouden vereren; en gij zult vrezen voor uw God; Ik ben de HEERE!
Zijt uw voorgangeren gehoorzaam, en zijt hun onderdanig; want zij waken voor uw zielen, als die rekenschap geven zullen; opdat zij dat doen mogen met vreugde en niet al zuchtende; want dat is u niet nuttig.
Want zij is Gods dienares, u ten goede. Maar indien gij kwaad doet, zo vrees; want zij draagt het zwaard niet tevergeefs; want zij is Gods dienares, een wreekster tot straf dengene, die kwaad doet.
Want de oversten zijn niet tot een vreze den goeden werken, maar den kwaden. Wilt gij nu de macht niet vrezen, doe het goede, en gij zult lof van haar hebben;
Vermaan hen, dat zij aan de overheden en machten onderdanig zijn, dat zij hun gehoorzaam zijn, dat zij tot alle goed werk bereid zijn;
En wij bidden u, broeders, erkent degenen, die onder u arbeiden, en uw voorstanders zijn in den Heere, en u vermanen;
Maar allermeest degenen, die naar het vlees in onreine begeerlijkheid wandelen, en de heerschappij verachten; die stout zijn, zichzelven behagen, en die de heerlijkheden niet schromen te lasteren;
Mijn zoon! vrees den HEERE en den koning; vermeng u niet met hen, die naar verandering staan;
Niet dat wij heerschappij voeren over uw geloof, maar wij zijn medewerkers uwer blijdschap; want gij staat door het geloof.
Alzo dat die zich tegen de macht stelt, de ordinantie van God wederstaat; en die ze wederstaan, zullen over zichzelven een oordeel halen.
Gij kinderen, zijt uw ouderen gehoorzaam in den Heere; want dat is recht.
En acht hen zeer veel in liefde, om huns werks wil. Zijt vreedzaam onder elkander.
Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de HEERE uw God geeft.
Daarom moet de vrouw een macht op het hoofd hebben, om der engelen wil.
Mijn broeders, hebt niet het geloof van onzen Heere Jezus Christus, den Heere der heerlijkheid, met aanneming des persoons.
Gelijk Sara aan Abraham gehoorzaam is geweest, hem noemende heer, welker dochters gij geworden zijt, als gij weldoet, en niet vreest voor enige verschrikking.
Gij vrouwen, zijt uw eigen mannen onderdanig, gelijk het betaamt in den Heere.
Spreek dit, en vermaan, en bestraf met allen ernst. Dat niemand u verachte.
Gij vrouwen, weest aan uw eigen mannen onderdanig, gelijk aan den Heere;
Welke is aan de rechter hand Gods, opgevaren ten hemel, de engelen, en machten, en krachten Hem onderdanig gemaakt zijnde.
Maar die onrecht doet, die zal het onrecht dragen, dat hij gedaan heeft; en er is geen aanneming des persoons.
Voorts, wij hebben de vaders onzes vleses wel tot kastijders gehad, en wij ontzagen hen; zullen wij dan niet veel meer den Vader der geesten onderworpen zijn, en leven?
Gij zult geen onrecht doen in het gericht; gij zult het aangezicht des geringen niet aannemen, noch het aangezicht des groten voortrekken; in gerechtigheid zult gij uw naaste richten.
Gij zult het aangezicht in het gericht niet kennen; gij zult den kleine, zowel als den grote, horen; gij zult niet vrezen voor iemands aangezicht; want het gericht is Godes; doch de zaak, die voor u te zwaar zal zijn, zult gij tot mij doen komen, en ik zal ze horen.
Zeggende: De Schriftgeleerden en de Farizeen zijn gezeten op de stoel van Mozes;
Desgelijks evenwel ook dezen, in slaap gebracht zijnde, verontreinigen het vlees, en verwerpen de heerschappij, en lasteren de heerlijkheden.
Want ieder zal zijn moeder en zijn vader vrezen, en Mijn sabbatten houden; Ik ben de HEERE, uw God!
Verwante onderwerpen
- Anderen Behandelen
- Angst Voor God
- Belasten
- Belasting Die Betaald Moet Worden
- Belastingen
- Broeder/Zuster Liefde
- Broederliefde
- Broederlijke Liefde
- Broederschap
- Broederschap Van De Mens
- Burgerlijke Autoriteiten
- Burgerlijke Overheid
- Burgerplichten
- Burgers, Christelijke Plichten
- Burgerschap
- Christenen
- De Aard Van Menselijke Autoriteit
- De Leiders Eren
- De Liefde Van Ouders
- De Rechtschapen Eren
- Directeurschap
- Eer
- Eerbetoon
- Eerbied
- Eerbied En Sociaal Gedrag
- Eerbied Voor God
- Familie Eerst
- Familie Liefde
- Families
- Gehoorzaamheid
- Geliefden
- Gelovigen
- Gezag
- Gezag Van Menselijke Instellingen
- Gezag Van Mensen
- God Die De Macht Heeft
- Gods Liefde
- Heb Je Medechristenen Lief!
- Houden Van Iedereen
- Houdingen Tegenover Andere Mensen
- Houdingen Tegenover Kinderen
- Houdingen Tegenover Koningen
- Je Lichaam Respecteren
- Jeugd
- Liefde En Familie
- Liefde Voor De Medemens
- Liefde Voor Elkaar
- Lijders
- Magistraten
- Menselijke Autoriteit, Christelijk Antwoord
- Menselijke Autoriteit, Door God Ingesteld
- Mensen
- Onderwerping
- Onderworpen Zijn Aan Mensen
- Orde In De Maatschappij
- Ouders Respecteren
- Overheid
- Politiek
- Politieke Leiders
- Prinsdommen
- Respect
- Respect Voor Mensen
- Respect Voor Mensen
- Respecterende Beloftes
- Schulden Hebben
- Sociale Ethiek
- Sociale Verplichtingen
- Straf
- Trouw
- Van Je Moeder Houden
- Van Je Ouders Houden
- Verbintenis Tot De Mensen Van God
- Vrees God!
- Zusterschap