45 Bijbelvers over Bescherming Tegen Gevaar

Meest relevante verzen

Psalmen 91:14

Dewijl hij Mij zeer bemint, spreekt God, zo zal Ik hem uithelpen; Ik zal hem op een hoogte stellen, want hij kent Mijn Naam.

Spreuken 2:8

Opdat zij de paden des rechts houden; en Hij zal den weg Zijner gunstgenoten bewaren.

Spreuken 3:25

Vrees niet voor haastigen schrik, noch voor de verwoesting der goddelozen, als zij komt.

Psalmen 140:4

Bewaar mij, HEERE! van de handen des goddelozen; behoed mij van den man alles gewelds; van hen, die mijn voeten denken weg te stoten.

Psalmen 25:20

Schin. Bewaar mijn ziel, en red mij; laat mij niet beschaamd worden, want ik betrouw op U.

Prediker 7:12

Want de wijsheid is tot een schaduw, en het geld is tot een schaduw; maar de uitnemendheid der wetenschap is, dat de wijsheid haar bezitters het leven geeft.

Psalmen 16:1

Een gouden kleinood van David. Bewaar mij, o God! want ik betrouw op U.

Psalmen 57:1

Een gouden kleinood van David, voor den opperzangmeester, Altascheth; als hij voor Sauls aangezicht vlood in de spelonk. (1a) Wees mij genadig, o God! Wees mij genadig, want mijn ziel betrouwt op U, en ik neem mijn toevlucht onder de schaduw Uwer vleugelen, totdat de verdervingen zullen voorbij zijn gegaan.

Job 5:21

Tegen den gesel der tong zult gij verborgen wezen, en gij zult niet vrezen voor de verwoesting, als zij komt.

Jesaja 4:6

En daar zal een hut zijn tot een schaduw des daags tegen de hitte, en tot een toevlucht, en tot een verberging tegen den vloed en tegen den regen.

Psalmen 141:8

Doch op U zijn mijn ogen, HEERE, Heere! op U betrouw ik, ontbloot mijn ziel niet.

Psalmen 140:1

Een psalm van David, voor den opperzangmeester. (1a) Red mij, HEERE! van den kwaden mens; behoed mij voor den man alles gewelds;

Psalmen 116:6

De HEERE bewaart de eenvoudigen; ik was uitgeteerd, doch Hij heeft mij verlost.

Jesaja 27:3

Ik, de HEERE, behoede dien, alle ogenblik zal Ik hem bevochtigen; opdat de vijand hem niet bezoeke, zal Ik hem bewaren nacht en dag.

Spreuken 11:8

De rechtvaardige wordt uit benauwdheid bevrijd; en de goddeloze komt in zijn plaats.

Deuteronomium 7:15

En de HEERE zal alle krankheid van u afweren, en Hij zal u geen van de kwade ziekten der Egyptenaren, die gij kent, opleggen, maar zal ze leggen op allen, die u haten.

Spreuken 11:15

Als iemand voor een vreemde borg geworden is, hij zal zekerlijk verbroken worden; maar wie degenen haat, die in de hand klappen, is zeker.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain