41 Bible Verses about Geloof kjv

Meest relevante verzen

James 2:17

Alzo ook het geloof, indien het de werken niet heeft, is bij zichzelven dood.

Romans 1:17

Want de rechtvaardigheid Gods wordt in hetzelve geopenbaard uit geloof tot geloof; gelijk geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.

2 Corinthians 5:7

(Want wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen.)

Hebrews 11:3

Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden.

Hebrews 11:1

Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet.

Ephesians 3:12

In Denwelken wij hebben de vrijmoedigheid, en den toegang met vertrouwen, door het geloof aan Hem.

James 2:18

Maar, zal iemand zeggen: Gij hebt het geloof, en ik heb de werken. Toon mij uw geloof uit uw werken, en ik zal u uit mijn werken mijn geloof tonen.

1 Thessalonians 1:3

Zonder ophouden gedenkende het werk uws geloofs, en den arbeid der liefde, en de verdraagzaamheid der hoop op onzen Heere Jezus Christus, voor onzen God en Vader;

1 Corinthians 13:13

En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de liefde.

Luke 17:5

En de apostelen zeiden tot den Heere: Vermeerder ons het geloof.

Galatians 6:10

Zo dan, terwijl wij tijd hebben, laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs.

1 Thessalonians 3:10

Nacht en dag zeer overvloediglijk biddende, om uw aangezicht te mogen zien, en te volmaken, hetgeen aan uw geloof ontbreekt.

Matthew 9:29

Toen raakte Hij hun ogen aan, zeggende: U geschiede naar uw geloof.

2 Timothy 4:7

Ik heb den goeden strijd gestreden, ik heb den loop geeindigd, ik heb het geloof behouden;

Romans 3:22

Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.

Mark 11:22

En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Hebt geloof op God.

Ephesians 4:5

Een Heere, een geloof, een doop,

2 Peter 1:5

En gij, tot hetzelve ook alle naarstigheid toebrengende, voegt bij uw geloof deugd, en bij de deugd kennis,

Romans 10:17

Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods.

2 Thessalonians 3:2

En opdat wij mogen verlost worden van de ongeschikte en boze mensen; want het geloof is niet aller.

Acts 14:27

En daar gekomen zijnde, en de Gemeente vergaderd hebbende, verhaalden zij, wat grote dingen God met hen gedaan had, en dat Hij den heidenen de deur des geloofs geopend had.

Romans 3:27

Waar is dan de roem? Hij is uitgesloten. Door wat wet? Der werken? Neen, maar door de wet des geloofs.

Hebrews 11:17

Door het geloof heeft Abraham, als hij verzocht werd, Izak geofferd, en hij, die de beloften ontvangen had, heeft zijn eniggeborene geofferd,

1 Corinthians 16:13

Waakt, staat in het geloof, houdt u mannelijk, zijt sterk.

Ephesians 2:8

Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave;

1 Corinthians 2:5

Opdat uw geloof niet zou zijn in wijsheid der mensen, maar in de kracht Gods.

1 Corinthians 12:9

En een ander het geloof, door denzelfden Geest; en een ander de gaven der gezondmakingen, door denzelfden Geest.

James 5:15

En het gebed des geloofs zal den zieke behouden, en de Heere zal hem oprichten, en zo hij zonden gedaan zal hebben, het zal hem vergeven worden.

1 Peter 1:9

Verkrijgende het einde uws geloofs, namelijk de zaligheid der zielen.

1 Timothy 6:12

Strijd den goeden strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis beleden hebt voor vele getuigen.

2 Corinthians 4:13

Dewijl wij nu denzelfden Geest des geloofs hebben, gelijk er geschreven is: Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken; zo geloven wij ook, daarom spreken wij ook;

1 John 5:4

Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof.

Hebrews 13:7

Gedenkt uwer voorgangeren, die u het Woord Gods gesproken hebben; en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst hunner wandeling.

Galatians 3:7

Zo verstaat gij dan, dat degenen, die uit het geloof zijn, Abrahams kinderen zijn.

John 6:29

Jezus antwoordde en zeide tot hen: Dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem, Dien Hij gezonden heeft.

Hebrews 11:6

Maar zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Want die tot God komt, moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is dergenen, die Hem zoeken.

Jude 1:20

Maar geliefden, bouwt gij uzelven op uw allerheiligst geloof, biddende in den Heiligen Geest;

Romans 4:16

Daarom is zij uit het geloof, opdat zij naar genade zij; ten einde de belofte vast zij al den zade, niet alleen dat uit de wet is, maar ook dat uit het geloof Abrahams is, welke een vader is van ons allen;

Psalm 115:14

De HEERE zal den zegen over ulieden vermeerderen, over ulieden en over uw kinderen.

Romans 12:6

Hebbende nu verscheidene gaven, naar de genade, die ons gegeven is,

Romans 15:1

Maar wij, die sterk zijn, zijn schuldig de zwakheden der onsterken te dragen, en niet onszelven te behagen.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain