50 Bible Verses about God Verandert Slechte Dingen In Goed

Meest relevante verzen

Romans 8:28

En wij weten, dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn.

Psalm 54:5

Hij zal dit kwaad mijn verspieders vergelden; roei hen uit door Uw waarheid.

Psalm 66:5

Komt en ziet Gods daden; Hij is vreselijk van werking aan de mensenkinderen.

1 Timothy 4:4

Want alle schepsel Gods is goed, en er is niets verwerpelijk, met dankzegging genomen zijnde;

Ecclesiastes 12:14

Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed, of hetzij kwaad.

Proverbs 16:4

De HEERE heeft alles gewrocht om Zijns Zelfs wil; ja, ook den goddeloze tot den dag des kwaads.

Ecclesiastes 7:14

Geniet het goede ten dage des voorspoeds, maar ten dage des tegenspoeds, zie toe; want God maakt ook den een tegenover den ander, ter oorzake dat de mens niet zou vinden iets, dat na hem zal zijn.

Isaiah 5:20

Wee dengenen, die het kwade goed heten, en het goede kwaad; die duisternis tot licht stellen, en het licht tot duisternis; die het bittere tot zoet stellen, en het zoete tot bitterheid!

3 John 1:11

Geliefde, volgt het kwade niet na, maar het goede. Die goed doet, is uit God; maar die kwaad doet, heeft God niet gezien.

Ephesians 5:13

Maar al deze dingen, van het licht bestraft zijnde, worden openbaar; want al wat openbaar maakt, is licht.

Isaiah 45:7

Ik formeer het licht, en schep de duisternis; Ik maak den vrede en schep het kwaad, Ik, de HEERE, doe al deze dingen.

2 Corinthians 5:10

Want wij allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.

Lamentations 3:38

Mem. Gaat niet uit den mond des Allerhoogsten het kwade en het goede?

Proverbs 15:3

De ogen des HEEREN zijn in alle plaatsen, beschouwende de kwaden en de goeden.

2 Peter 2:21

Want het ware hun beter, dat zij den weg der gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij, dien gekend hebbende, weder afkeren van het heilige gebod, dat hun overgegeven was.

Jeremiah 32:33

Die Mij den nek hebben toegekeerd en niet het aangezicht; hoewel Ik hen leerde, vroeg op zijnde en lerende, evenwel hoorden zij niet, om tucht aan te nemen;

Romans 12:21

Wordt van het kwade niet overwonnen, maar overwint het kwade door het goede.

Amos 5:15

Haat het boze, en hebt lief het goede, en bestelt het recht in de poort, misschien zal de HEERE, de God der heirscharen, aan Jozefs overblijfsel genadig zijn.

Isaiah 1:16

Wast u, reinigt u, doet de boosheid uwer handelingen van voor Mijn ogen weg, laat af van kwaad te doen.

Proverbs 4:14

Kom niet op het pad der goddelozen, en treed niet op den weg der bozen.

Jeremiah 32:40

En Ik zal een eeuwig verbond met hen maken, dat Ik van achter hen niet zal afkeren, opdat Ik hun weldoe; en Ik zal Mijn vreze in hun hart geven, dat zij niet van Mij afwijken.

Luke 8:39

Keer weder naar uw huis, en vertel, wat grote dingen u God gedaan heeft. En hij ging heen door de gehele stad, verkondigende, wat grote dingen Jezus hem gedaan had.

1 Corinthians 15:28

En wanneer Hem alle dingen zullen onderworpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf onderworpen worden Dien, Die Hem alle dingen onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen.

Psalm 34:14

Samech. Wijk af van het kwaad, en doe het goede; zoek den vrede, en jaag dien na.

Jeremiah 26:13

Nu dan, maakt uw wegen en uw handelingen goed, en gehoorzaamt de stem des HEEREN, uws Gods; zo zal het den HEERE berouwen over het kwaad, dat Hij tegen u gesproken heeft.

Jeremiah 5:25

Uw ongerechtigheden wenden die dingen af, en uw zonden weren dat goede van ulieden.

Proverbs 4:27

Wijk niet ter rechter hand of ter linkerhand, wend uw voet af van het kwade.

2 Peter 1:12

Daarom zal ik niet verzuimen u altijd daarvan te vermanen, hoewel gij het weet, en in de tegenwoordige waarheid versterkt zijt.

Ephesians 5:20

Dankende te allen tijd over alle dingen God en den Vader, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus;

Lamentations 3:37

Mem. Wie zegt wat, hetwelk geschiedt, zo het de Heere niet beveelt?

Proverbs 22:2

Rijken en armen ontmoeten elkander; de HEERE heeft hen allen gemaakt.

Romans 7:21

Zo vind ik dan deze wet in mij: als ik het goede wil doen, dat het kwade mij bijligt.

1 Peter 2:12

En houdt uw wandel eerlijk onder de heidenen; opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken, als van kwaaddoeners, zij uit de goede werken, die zij in u zien, God verheerlijken mogen in den dag der bezoeking.

Ezekiel 38:10

Alzo zegt de Heere HEERE: Te dien dage zal het ook geschieden, dat er raadslagen in uw hart zullen opkomen, en gij zult een kwade gedachte denken,

Philippians 2:13

Want het is God, Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen.

Ecclesiastes 11:9

Verblijd u, o jongeling! in uw jeugd, en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten, en in de aanschouwingen uwer ogen; maar weet, dat God, om al deze dingen, u zal doen komen voor het gericht.

Deuteronomy 23:5

Doch de HEERE, uw God, heeft naar Bileam niet willen horen; maar de HEERE, uw God, heeft u den vloek in een zegen veranderd, omdat de HEERE, uw God, u liefhad.

Romans 12:9

De liefde zij ongeveinsd. Hebt een afkeer van het boze, en hangt het goede aan.

John 1:11

Hij is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen.

Proverbs 22:6

Leer den jongen de eerste beginselen naar den eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.

James 4:17

Wie dan weet goed te doen, en niet doet, dien is het zonde.

Romans 8:5

Want die naar het vlees zijn, bedenken, dat des vleses is; maar die naar den Geest zijn, bedenken, dat des Geestes is.

Psalm 112:7

Mem. Hij zal voor geen kwaad gerucht vrezen; Nun. zijn hart is vast, betrouwende op den HEERE.

Hebrews 10:31

Vreselijk is het te vallen in de handen des levenden Gods.

Job 17:12

Den nacht verstellen zij in den dag; het licht is nabij den ondergang vanwege de duisternis.

Romans 14:20

Verbreek het werk van God niet om der spijze wil. Alle dingen zijn wel rein; maar het is kwaad den mens, die met aanstoot eet.

1 Peter 2:16

Als vrijen, en niet de vrijheid hebbende als een deksel der boosheid, maar als dienstknechten van God.

Ecclesiastes 8:17

Toen zag ik alle werk Gods, dat de mens niet kan uitvinden, het werk, dat onder de zon geschiedt, om hetwelk een mens arbeidt om te zoeken, maar hij zal het niet uitvinden; ja, indien ook een wijze zeide, dat hij het zou weten, zo zal hij het toch niet kunnen uitvinden.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain