17 Bijbelvers over Hinder Niet
Meest relevante verzen
Maar hij zeide tot hen: Houdt mij niet op, dewijl de HEERE mijn weg voorspoedig gemaakt heeft! laat mij trekken, dat ik tot mijn heer ga.
Daarom zal Ik u richten, o huis Israels! een ieder naar zijn wegen, spreekt de Heere HEERE, keert weder, en bekeert u van al uw overtredingen, zo zal de ongerechtigheid u niet tot een aanstoot worden.
Ook zullen zij de een den ander niet dringen; zij zullen daarhenen trekken elk in zijn baan; en al vielen zij op een geweer, zij zouden niet verwond worden.
Gij zult den dove niet vloeken, en voor het aangezicht des blinden geen aanstoot zetten; maar gij zult voor uw God vrezen; Ik ben de HEERE!
Laat ons dan elkander niet meer oordelen; maar oordeelt dit liever, namelijk, dat gij den broeder geen aanstoot of ergernis geeft.
Het is goed geen vlees te eten, noch wijn te drinken, noch iets, waaraan uw broeder zich stoot, of geergerd wordt, of waarin hij zwak is.
Daarom, indien de spijs mijn broeder ergert, zo zal ik in eeuwigheid geen vlees eten, opdat ik mijn broeder niet ergere.
Wij geven geen aanstoot in enig ding, opdat de bediening niet gelasterd worde.
Maar ziet toe, dat deze uw macht niet enigerwijze een aanstoot worde dengenen, die zwak zijn.
Maar Jezus zeide: Laat af van de kinderkens, en verhindert hen niet tot Mij te komen; want derzulken is het Koninkrijk der hemelen.
Maar Jezus, dat ziende, nam het zeer kwalijk, en zeide tot hen: Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods.
Maar Jezus riep dezelve kinderkens tot Zich, en zeide: Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert hen niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods.
Weest zonder aanstoot te geven, en den Joden, en den Grieken, en der Gemeente Gods.
Maar Jezus, zulks verstaande, zeide tot hen: Waarom doet gij deze vrouw moeite aan? want zij heeft een goed werk aan Mij gewrocht.
En men zal zeggen: Verhoogt de baan, verhoogt de baan, bereidt den weg, neemt den aanstoot uit den weg Mijns volks.
Maar opdat wij hun geen aanstoot geven, ga heen naar de zee, werp de angel uit, en de eerste vis, die opkomt, neem, en zijn mond geopend hebbende, zult gij een stater vinden; neem die, en geef hem aan hen voor Mij en u.
En Ik zal maken, dat men den schimp der heidenen niet meer over u hore, en gij zult den smaad der natien niet meer dragen; en gij zult uw volken niet meer doen struikelen, spreekt de Heere HEERE.