11 Bijbelvers over Messen

Meest relevante verzen

Genesis 22:6-10

En Abraham nam het hout des brandoffers, en legde het op Izak, zijn zoon; en hij nam het vuur en het mes in zijn hand, en zij beiden gingen samen. Toen sprak Izak tot Abraham, zijn vader, en zeide: Mijn vader! En hij zeide: Zie, hier ben ik, mijn zoon! En hij zeide: Zie het vuur en het hout; maar waar is het lam tot het brandoffer? En Abraham zeide: God zal Zichzelven een lam ten brandoffer voorzien, mijn zoon! Zo gingen zij beiden samen.meer informatie
En zij kwamen ter plaatse, die hem God gezegd had; en Abraham bouwde aldaar een altaar, en hij schikte het hout, en bond zijn zoon Izak, en legde hem op het altaar boven op het hout. En Abraham strekte zijn hand uit, en nam het mes om zijn zoon te slachten.

Jozua 5:2-3

Te dier tijd sprak de HEERE tot Jozua: Maak u stenen messen, en besnijd wederom de kinderen Israels ten tweeden maal. Toen maakte zich Jozua stenen messen, en besneed de kinderen Israels op den heuvel der voorhuiden.

Richteren 19:29

Als hij nu in zijn huis kwam, zo nam hij een mes, en greep zijn bijwijf, en deelde haar met haar beenderen in twaalf stukken; en hij zond ze in alle landpalen van Israel.

Jeremia 36:23

En het geschiedde, als Jehudi drie stukken, of vier gelezen had, versneed hij ze met een schrijfmes, en wierp ze in het vuur, dat op den haard was, totdat de ganse rol verteerd was in het vuur, dat op den haard was.

Spreuken 23:2

En zet een mes aan uw keel, indien gij een gulzig mens zijt;

Spreuken 30:14

Een geslacht, welks tanden zwaarden, en welks baktanden messen zijn, om de ellendigen van de aarde en de nooddruftigen van onder de mensen te verteren.

Genesis 22:6

En Abraham nam het hout des brandoffers, en legde het op Izak, zijn zoon; en hij nam het vuur en het mes in zijn hand, en zij beiden gingen samen.

Ezra 1:9

En dit is hun getal: dertig gouden bekkens, duizend zilveren bekkens, negen en twintig messen;

Onderwerpen over Messen

Den Tempel messen

Ezechiël 41:1

Voorts bracht hij mij tot den tempel; en hij mat de posten, zes ellen de breedte van deze, en zes ellen de breedte van gene zijde, de breedte der tent.

Jerusalem und das Land messen

Zacharia 2:2

En ik zeide: Waar gaat gij henen? En hij zeide tot mij: Om Jeruzalem te meten; om te zien, hoe groot haar breedte, en hoe groot haar lengte wezen zal.

Messen

Spreuken 23:2

En zet een mes aan uw keel, indien gij een gulzig mens zijt;

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain