49 Bijbelvers over Ministerie

Meest relevante verzen

2 Corinthiër 3:3

Als die openbaar zijt geworden, dat gij een brief van Christus zijt, en door onzen dienst bereid, die geschreven is niet met inkt, maar door den Geest des levenden Gods, niet in stenen tafelen, maar in vlezen tafelen des harten.

Handelingen 1:25

Om te ontvangen het lot dezer bediening en des apostelschaps, waarvan Judas afgeweken is, dat hij heenging in zijn eigen plaats.

2 Corinthiër 9:13

Dewijl zij door de beproeving dezer bediening God verheerlijken over de onderwerping uwer belijdenis onder het Evangelie van Christus, en over de goeddadigheid der mededeling aan hen en aan allen;

Colossenzen 1:25

Welker dienaar ik geworden ben, naar de bedeling van God, die mij gegeven is aan u, om te vervullen het Woord Gods;

2 Corinthiër 3:9

Want indien de bediening der verdoemenis heerlijkheid geweest is, veel meer is de bediening der rechtvaardigheid overvloedig in heerlijkheid.

2 Timotheüs 4:11

Lukas is alleen met mij. Neem Markus mede, en breng hem met u; want hij is mij zeer nut tot den dienst.

1 Corinthiërs 9:13

Weet gij niet, dat degenen, die de heilige dingen bedienen, van het heilige eten? en die steeds bij het altaar zijn, met het altaar delen?

2 Corinthiër 6:3

Wij geven geen aanstoot in enig ding, opdat de bediening niet gelasterd worde.

Handelingen 8:21

Gij hebt geen deel noch lot in dit woord: want uw hart is niet recht voor God.

Numberi 8:25

Maar van dat hij vijftig jaren oud is, zal hij van den strijd van dezen dienst afgaan, en hij zal niet meer dienen.

2 Corinthiër 3:7

En indien de bediening des doods in letteren bestaande, en in stenen ingedrukt, in heerlijkheid is geweest, alzo dat de kinderen Israels het aangezicht van Mozes niet konden sterk aanzien, om de heerlijkheid zijns aangezichts, die te niet gedaan zou worden,

Hebreeën 8:6

En nu heeft Hij zoveel uitnemender bediening gekregen, als Hij ook eens beteren verbonds Middelaar is, hetwelk in betere beloftenissen bevestigd is.

Handelingen 26:16

Maar richt u op, en sta op uw voeten; want hiertoe ben Ik u verschenen, om u te stellen tot een dienaar en getuige der dingen, beide die gij gezien hebt en in welke Ik u nog zal verschijnen;

Romeinen 11:13

Want ik spreek tot u, heidenen, voor zoveel ik der heidenen apostel ben; ik maak mijn bediening heerlijk;

Galaten 2:8

(Want Die in Petrus krachtelijk wrocht tot het apostelschap der besnijdenis, Die wrocht ook krachtelijk in mij onder de heidenen);

Ezechiël 46:24

En hij zeide tot mij: Dit zijn de keukens, alwaar de dienaars des huizes het slachtoffer des volks zullen koken.

Lukas 8:3

En Johanna, de huisvrouw van Chusas, den rentmeester van Herodes, en Susanna, en vele anderen, die Hem dienden van haar goederen.

2 Kronieken 5:14

En de priesters konden, vanwege die wolk, niet staan, om te dienen; want de heerlijkheid des HEEREN had het huis Gods vervuld.

1 Corinthiërs 9:14

Alzo heeft ook de Heere geordineerd dengenen, die het Evangelie verkondigen, dat zij van het Evangelie leven.

Exodus 24:13

Toen maakte zich Mozes op, met Jozua, zijn dienaar; en Mozes klom op den berg Gods.

Hosea 12:10

Maar Ik ben de HEERE, uw God, van Egypteland af; Ik zal u nog in tenten doen wonen, als in de dagen der samenkomst;

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain