30 Bijbelvers over Vennootschap
Meest relevante verzen
Over uw gemeenschap aan het Evangelie, van den eersten dag af tot nu toe;
Opdat de gemeenschap uws geloofs krachtig worde in de bekendmaking van alle goed, hetwelk in ulieden is door Christus Jezus.
Gelijk het bij mij recht is, dat ik van u allen dit gevoel, omdat ik in mijn hart houde, dat gij, beide in mijn banden, en in mijn verantwoording en bevestiging van het Evangelie, gij allen, zeg ik, mijner genade mede deelachtig zijt.
Indien gij mij dan houdt voor een metgezel, zo neem hem aan, gelijk als mij.
En ook gij, Filippensen, weet, dat in het begin des Evangelies, toen ik van Macedonie vertrokken ben, geen Gemeente mij iets medegedeeld heeft tot rekening van uitgaaf en ontvangst, dan gij alleen.
Want wij zijn Gods medearbeiders; Gods akkerwerk, Gods gebouw zijt gij.
En ik bid ook u, gij mijn oprechte metgezel, wees dezen vrouwen behulpzaam, die met mij gestreden hebben in het Evangelie, ook met Clemens, en de andere mijn medearbeiders, welker namen zijn in het boek des levens.
God is getrouw, door Welken gij geroepen zijt tot de gemeenschap van Zijn Zoon Jezus Christus, onzen Heere.
En desgelijks ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, die medegenoten van Simon waren. En Jezus zeide tot Simon: Vrees niet; van nu aan zult gij mensen vangen.
En wat samenstemming heeft Christus met Belial, of wat deel heeft de gelovige met den ongelovige?
Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat mededeel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis?
Ik, Johannes, die ook uw broeder ben, en medegenoot in de verdrukking, en in het Koninkrijk, en in de lijdzaamheid van Jezus Christus, was op het eiland, genaamd Patmos, om het Woord Gods, en om de getuigenis van Jezus Christus.
Hetzij dan Titus, hij is mijn metgezel en medearbeider bij u; hetzij onze broeders, zij zijn afgezanten der Gemeenten, en een eer van Christus.
Namelijk dat de heidenen zijn medeerfgenamen, en van hetzelfde lichaam, en mededeelgenoten Zijner belofte in Christus, door het Evangelie;
Want ik acht, dat God ons, die de laatste apostelen zijn, ten toon heeft gesteld als tot den dood verwezen; want wij zijn een schouwspel geworden der wereld, en den engelen, en den mensen.
Die met een dief deelt, haat zijn ziel; hij hoort een vloek, en hij geeft het niet te kennen.
En zij wenkten hun medegenoten, die in het andere schip waren, dat zij hen zouden komen helpen. En zij kwamen, en vulden beide de schepen, zodat zij bijna zonken.
En ik wil, dat gij weet, broeders, dat hetgeen aan mij is geschied, meer tot bevordering van het Evangelie gekomen is;
Maar gelijk gij gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, alzo verblijdt u; opdat gij ook in de openbaring Zijner heerlijkheid u moogt verblijden en verheugen.
Hierom, heilige broeders, die der hemelse roeping deelachtig zijt, aanmerkt den Apostel en Hogepriester onzer belijdenis, Christus Jezus;
Als nu een mens zal gezondigd hebben, dat hij gehoord heeft een stem des vloeks, waarvan hij getuige is, hetzij dat hij het gezien of geweten heeft; indien hij het niet te kennen geeft, zo zal hij zijn ongerechtigheid dragen.
Ja, ik zeg, dat hetgeen de heidenen offeren, zij den duivelen offeren, en niet Gode; en ik wil niet, dat gij met de duivelen gemeenschap hebt.
En hij vergezelschapte zich met hem, om schepen te maken, om naar Tharsis te gaan; en zij maakten de schepen te Ezeon-Geber.
En gij weet zijn beproeving, dat hij, als een kind zijn vader, met mij gediend heeft in het Evangelie.
En als Jakobus, en Cefas, en Johannes, die geacht waren pilaren te zijn, de genade, die mij gegeven was, bekenden, gaven zij mij en Barnabas de rechter hand der gemeenschap, opdat wij tot de heidenen, en zij tot de besnijdenis zouden gaan;
Doch na dezen vergezelschapte zich Josafat, de koning van Juda, met Ahazia, den koning van Israel; die handelde goddelooslijk in zijn doen.
Petrus nu en Johannes gingen te zamen op naar den tempel, omtrent de ure des gebeds, zijnde de negende ure;
En omdat hij van hetzelfde handwerk was, bleef hij bij hen, en wrocht; want zij waren tentenmakers van handwerk.
Verwante onderwerpen
- Bedankt
- Belang
- Beperkingen Omtrent Het Huwelijk
- Broederschap In Christelijke Dienst
- Broederschap In Het Evangelie
- Broederschap Met Het Kwaad
- Broederschap Onder Gelovigen
- Christus
- Dankbaar Hart
- Dankbaar Zijn
- Dankbaarheid Tegenover Anderen
- Dateren
- De Kerk Dienen
- Deelname In Christus
- Deelname In Zonde
- Deelnemers
- Degenen In Nood Helpen
- Delen
- Delen In Christus
- Duisternis
- Duisternis Als Een Symbool Van Zonde
- Een Goede Dag Hebben
- Een Nieuwe Start
- Een Relatie Hebben
- Geld Aan De Kerk Geven
- Gemengde Huwelijken
- God Bedanken Voor Mensen
- Harmonie
- Helpen
- Het Evangelie Verspreiden
- Het Preken Van Het Evangelie
- Het Uitzenden Van Evangelisten
- Homohuwelijk
- Hulp
- Huwelijk
- Interraciaal
- Leeftijdsverschillen In Relaties
- Licht
- Licht En Donker
- Liefde En Relaties
- Mensen Mengen
- Ministerie
- Naar De Kerk Gaan
- Niet Geloven In Het Evangelie
- Niet Verwante Dingen
- Ondersteuning
- Profiteren Van
- Rassenvermenging (gemengde huwelijken)
- Rechtvaardigheid Van Gelovigen
- Samenwerken
- Samenwerking
- Slechte Relaties
- Tweede Huwelijk
- Uniek Zijn
- Verbinding
- Verenigingen
- Verenigingen Van Kwaad
- Vrienden Kiezen
- Vriendschap Tussen Gelovigen
- Waardering Voor Voorgangers
- Waarschuwing Tegen Het Kwaad
- Waarschuwing Tegen Kwaadaardig Verbond
- Werken
- Werken Voor God
- Wettelozen