18 Bijbelvers over Omgaan Met Jonge Mensen

Meest relevante verzen

Richteren 18:21

Alzo keerden zij zich, en togen voort; en zij stelden de kinderkens, en het vee, en de bagage voor zich.

Joël 2:16

Verzamelt het volk, heiligt de gemeente, vergadert de oudsten, verzamelt de kinderkens, en die de borsten zuigen; de bruidegom ga uit zijn binnenkamer, en de bruid uit haar slaapkamer.

Numberi 31:9

Maar de kinderen Israels namen de vrouwen der Midianieten, en hun kinderkens gevangen; zij roofden ook al hun beesten, en al hun vee, en al hun vermogen.

Ruth 3:10

En hij zeide: Gezegend zijt gij den HEERE, mijn dochter! Gij hebt deze uw laatste weldadigheid beter gemaakt dan de eerste, dewijl gij geen jonge gezellen zijt nagegaan, hetzij arm of rijk.

Jesaja 3:4

En Ik zal jongelingen stellen tot hun vorsten, en kinderen zullen over hen heersen;

Markus 9:36

En nemende een kindeken, stelde Hij dat midden onder hen, en omving het met Zijn armen, en zeide tot hen:

Lukas 9:47

Maar Jezus, ziende de overleggingen hunner harten, nam een kindeken, en stelde dat bij Zich;

Lukas 17:2

Het zoude hem nuttiger zijn, dat een molensteen om zijn hals gedaan ware, en hij in de zee geworpen, dan dat hij een van deze kleinen zou ergeren.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain