6 Bijbelvers over Rein Voedsel
Meest relevante verzen
Markus 7:19
Want het gaat niet in zijn hart, maar in den buik, en gaat in de heimelijkheid uit, reinigende al de spijzen.
Leviticus 11:3
Al wat onder de beesten de klauw verdeelt, en de kloof der klauwen in tweeen klieft, en herkauwt, dat zult gij eten.
Leviticus 11:9
Dit zult gij eten van al wat in de wateren is: al wat in de wateren, in de zeeen en in de rivieren, vinnen en schubben heeft, dat zult gij eten;
Leviticus 11:21
Dit nochtans zult gij eten van al het kruipend gevogelte, dat op vier voeten gaat, hetwelk boven aan zijn voeten schenkelen heeft, om daarmede op de aarde te springen;
Leviticus 11:22
Van die zult gij deze eten: de sprinkhaan naar zijn aard, en de solham naar zijn aard, en den hargol naar zijn aard, en den hagab naar zijn aard.