16 Bijbelvers over Niets Wat Dieren Eten

Meest relevante verzen

Leviticus 11:3

Al wat onder de beesten de klauw verdeelt, en de kloof der klauwen in tweeen klieft, en herkauwt, dat zult gij eten.

Deuteronomium 14:6-8

Alle beesten, die de klauwen verdelen, en de kloof in twee klauwen klieven, en herkauwen onder de beesten, die zult gij eten. Maar deze zult gij niet eten, van degenen, die alleen herkauwen, of van degenen, die den gekloofden klauw alleen verdelen: den kemel, en den haas, en het konijn; want deze herkauwen wel, maar zij verdelen den klauw niet; onrein zullen zij ulieden zijn. Ook het varken; want dat verdeelt zijn klauw wel, maar het herkauwt niet; onrein zal het ulieden zijn; van hun vlees zult gij niet eten, en hun dood aas zult gij niet aanroeren.

Leviticus 11:4

Deze nochtans zult gij niet eten, van degenen, die alleen herkauwen, of de klauwen alleen verdelen: de kemel, want hij herkauwt wel, maar verdeelt den klauw niet; die zal u onrein zijn;

Leviticus 11:5

En het konijntje, want het herkauwt wel, maar verdeelt den klauw niet; dat zal u onrein zijn;

Leviticus 11:6

En den haas, want hij herkauwt wel, maar verdeelt den klauw niet; die zal u onrein zijn.

Leviticus 11:7

Ook het zwijn, want dat verdeelt wel den klauw, en klieft de klove der klauwen in tweeen, maar herkauwt het gekauwde niet; dat zal u onrein zijn.

Leviticus 11:26

Alle beest, dat den klauw verdeelt, doch de klove niet in tweeen klieft, en niet herkauwt, zal u onrein zijn; zo wie hetzelve aangeroerd zal hebben, zal onrein zijn.

Jesaja 30:24

En de ossen, en ezelveulens, die het land bouwen, zullen zuiver voeder eten, hetwelk verschud is met de werpschoffel en met de wan.

Mattheüs 15:27

En zij zeide: Ja, Heere! doch de hondekens eten ook van de brokjes die er vallen van de tafel hunner heren.

Markus 7:28

Maar zij antwoordde en zeide tot Hem: Ja, Heere, doch ook de hondekens eten onder de tafel van de kruimkens der kinderen.

2 Samuël 12:3

Maar de arme had gans niet dan een enig klein ooilam, dat hij gekocht had, en had het gevoed, dat het groot geworden was bij hem, en bij zijn kinderen tegelijk; het at van zijn bete, en dronk van zijn beker, en sliep in zijn schoot, en het was hem als een dochter.

Jesaja 11:7

De koe en de berin zullen te zamen weiden, haar jongen zullen te zamen nederliggen, en de leeuw zal stro eten, gelijk de os.

Jesaja 65:25

De wolf en het lam zullen te zamen weiden, en de leeuw zal stro eten als een rund, en stof zal de spijze der slang zijn; zij zullen geen kwaad doen noch verderven op Mijn gansen heiligen berg zegt de HEERE.

Genesis 3:14

Toen zeide de HEERE God tot die slang: Dewijl gij dit gedaan hebt, zo zijt gij vervloekt boven al het vee, en boven al het gedierte des velds! Op uw buik zult gij gaan, en stof zult gij eten, al de dagen uws levens.

Micha 7:17

Zij zullen het stof lekken, als de slang; als kruipende dieren der aarde, zullen zij zich beroeren uit hun sloten; zij zullen met vervaardheid komen tot den HEERE, onzen God, en zullen voor U vrezen.

Lukas 15:16

En hij begeerde zijn buik te vullen met den draf, dien de zwijnen aten; en niemand gaf hem dien.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain